muziekje
...
Ontdek ons tijdschrift
en lees alles over taal uit Nederland en Vlaanderen*Zolang de voorraad strekt
Wiktionary (2019)
muziekje - Zelfstandignaamwoord 1. verkleinwoord enkelvoud van het zelfstandig naamwoord muziek
Jozef Verschueren (1930)
(mu'z:kjə) o. (-s) I. Eig. lichte muziek. II. Metn. 1. uitvoering daarvan. 2. strijkje.
Oosthoek's Uitgevers Mij. N.V (1916-1925)
o., 1. (uitvoering van) lichte muziek; 2. strijkje; 3. grammofoonplaat met lichte muziek: zet eens een muziekje op.
Gerelateerde zoekopdrachten
Log hier in om direct te kunnen beginnen met schrijven.
Wil je dit begrip toevoegen aan je favorieten? Word dan snel vriend van Ensie en geniet van alle voordelen: