Mouth
(unflattering) Pisk (moyl: mouth).
Dr. F.P.H. van Wely (1951)
I. mond, muil, bek; monding; give mouth, aanslaan [honden]; give mouth to, uitspreken, uiten, vertolken; make mouths, (lelijke) gezichten, een scheve mond trekken; make one’s mouth water, iemand doen watertanden; by the mouth of, bij monde van; be in everybody’s mouth, overal besproken worden; over de tong gaan; II. bijten aan [aas], in...
Gerelateerde zoekopdrachten
Log hier in om direct te kunnen beginnen met schrijven.
Wil je dit begrip toevoegen aan je favorieten? Word dan snel vriend van Ensie en geniet van alle voordelen: