mousseren
mousseren - Werkwoord 1. (intr) schuimen, bruisen Woordherkomst afgeleid van het Franse mousser (met het achtervoegsel -eren)
Wiktionary (2019)
mousseren - Werkwoord 1. (intr) schuimen, bruisen Woordherkomst afgeleid van het Franse mousser (met het achtervoegsel -eren)
Muiswerk Educatief (2017)
mousseren - regelmatig werkwoord uitspraak: moes-se-ren 1. schuimend en bruisend van het koolzuurgas ♢champagne is een mousserende wijn Regelmatig werkwoord: moes-se-ren ik mousseer jij/...
A. Kolsteren en Ewoud Sanders (1994)
ww [Fr. mousser, van mousse = schuim, woord van Germ. oorsprong] opbruisen (van drank); mousserende wijn, wijn die schuimt bij het ontkurken van de fles.
M. J. Koenen's (1937)
gemousseerd; (Fr. mousser): schuimen, opbruisen, b.v. v. champagne: mousserende wijn. (ou = oe).
Log hier in om direct te kunnen beginnen met schrijven.
Wil je dit begrip toevoegen aan je favorieten? Word dan snel vriend van Ensie en geniet van alle voordelen: