Wat is de betekenis van morfeem?

2024-04-20
Algemeen Nederlands Woordenboek

Algemeen Nederlands Woordenboek (2009-heden)

morfeem

betekenisdragend woorddeel. woord of deel van een woord dat niet verder opgesplitst kan worden en zelfstandig betekenis draagt. Morfemen worden onderverdeeld in stammen en affixen (suffixen, prefixen, etc.). Affixen zijn zogenaamde gebonden morfemen (in tegenstelling tot vrije morfemen), omdat ze niet zelfstandig kunnen voorkomen. ...

2024-04-20
Nederlandstalige WikiWoordenboek

Wiktionary (2019)

morfeem

morfeem - Zelfstandignaamwoord 1. (taalkunde) de kleinst mogelijke morfosyntactische eenheid in een taal In het woord loopt, is de -t het morfeem dat aangeeft dat het om de derde persoon enkelvoud gaat. Verwante begrippen chroneem, foneem, lexeem, moneem, morfologie, morfosyntaxis,...

2024-04-20
Muiswerk Educatief

Muiswerk Educatief (2017)

morfeem

morfeem - zelfstandig naamwoord uitspraak: mor-feem 1. kleinste betekenisdragende eenheid in een taal ♢voor- en achtervoegsels zijn morfemen 1. gebonden morfeem [kan niet zelfstandig voorkomen, bij...

2024-04-20
Nederlands Logopedisch Lexicon

L.J.M. Bogaert (2007)

Morfeem

(o.), de kleinste betekenisdragende eenheid in de taal; bind~, morfeem dat in een samenstelling als tussenklank optreedt tussen twee zelfstandige naamwoorden; b.v. de [s] in bestuursvergadering; derivationeel ~, syn. afleidingsmorfeem; morfeem waarmee met behulp van een affix een nieuw woord afgeleid kan worden. Het nieuwe afgeleide woord kan tot...

2024-04-20
Woordenboek vreemde woorden

A. Kolsteren en Ewoud Sanders (1994)

Morfeem

[v. Gr. morphè = vorm] kleinste eenheid van vorm en betekenis in de taal.

2024-04-20
Groot woordenboek der Nederlandse taal

Van Dale Uitgevers (1950)

Morfeem

o. (...femen), (taalk.) element dat de grammatische verhouding van de verschillende delen van een zin tot uitdrukking brengt, b.v. de uitgang -s van het mv.

2024-04-20
Modern Woordenboek

Jozef Verschueren (1930)

morfeem

(mor'fe:m) o. (...femen) [Gr. morphè. vorm] element dat de grammatische verhouding van een woord in de zin uitdrukt : de meervoudsuitgang -en is een -.

2024-04-20
Etymologisch Woordenboek

Amsterdam University Press (2024)