Wat is de betekenis van moraliteit?

moraliteit - Zelfstandignaamwoord 1. de leer van de gewoontes en deugden ♢ „In het geval van de overlast veroorzakende asielzoekers kom ik op voor de moraliteit. De spanningen liepen te hoog op. Er was sprake van winkeldiefstallen, zakkenrollerij en vechtpartijtjes. Als burgemeester ben je verantwoorde...

[Lat. moralitas] 1 zedelijkheid; 2 soort middeleeuws toneelspel, een zedeles aanschouwelijk voorstellende, zgn. zinnespel.

zedelijkheid; toneelspel met zedelijke strekking

moraliteit - Wordt gebruikt voor allegorische toneelstukken waarin zedelijk gedrag wordt gepredikt in dialogen tussen acteurs die personificaties zoals de Barmhartigheid, het Geloof of de Dood vertolken.

sedelikheid; Middeleeuse didaktiese toneelspel.

zedelijkheid; didactisch toneelspel uit 15de en 16de eeuw

(<Fr.), v., 1. zedelijkheid; zedelijk gedrag; 2. (letterk.) didactisch toneelspel zoals beoefend door de rederijkers in de I5de en 16de eeuw.

middeleeuws spel met gepersonifieerde deugden, ondeugden enz. zoals Elckerlyc*.

v. zedelijkheid, het zedelijk goede; -peil.