mooiweerfietser (rijder)
Denigrerende benaming voor een renner die niet kan afzien. Vgl. ook: slechtweercoureur. Brugmans heeft de tekst over Coppi met een wielerhart geschreven. Hij noemt zichzelf weliswaar een ‘mooi-weer-fietser’, maar hij schuwt de uitdaging niet. (Algemeen Dagblad, 15/08/1992) Pieters heeft geen hekel aan zijn vak. Hij is zelfs geen mooiweerrijder, ho...