Wat is de betekenis van Montuur?

2019
2023-03-20
Nederlandstalige WikiWoordenboek

Wiktionary (2019)

montuur

montuur - Zelfstandignaamwoord 1. de houder waarin bijv. edelstenen e.d. worden gevat De diamant is van het montuur losgeraakt. 2. (optica) de houder waarin brillenglazen zijn gevat Een bril met een randloos montuur is onopvallend. Synoniem...

Lees verder
2017
2023-03-20
Muiswerk Educatief

Muiswerk Educatief (2017)

montuur

montuur - zelfstandig naamwoord uitspraak: mon-tuur 1. omlijsting van een bril ♢Violetta droeg een stoere bril met een zwart montuur Zelfstandig naamwoord: mon-tuur de montuur de monture...

Lees verder
2004
2023-03-20
ABC van de kunst

Douwe Brongers & Désirée Raemaekers (2004)

Montuur

Zilveren of gouden omvatting van een voorwerp, bijvoorbeeld in juwelen, maar ook in kokosnoot- en nautilusbekers.

1994
2023-03-20
Woordenboek vreemde woorden

A. Kolsteren en Ewoud Sanders (1994)

Montuur

[Fr. monture; zie monteren] wat dient tot invatting van een edelsteen of van brilleglazen.

1993
2023-03-20
Vreemd Nederlands

Jan Meulendijks (1993)

Montuur

omvatting; inlijsting

1970
2023-03-20
De grote encyclopedie van het antiek

Jan Durdik en anderen (1970)

Montuur

inlijsting, omvatting van in de regel broze of kwetsbare werkstukken.

1955
2023-03-20
De vreemde woorden.
woordenboek

Fokko Bos, Dr. O. Noordenbos (1955)

Montuur

omlijsting, omvatting

1950
2023-03-20
Groot woordenboek der Nederlandse taal

Van Dale Uitgevers (1950)

Montuur

(<Fr.), v. en o. (...turen), inlijsting, omvatting van iets; het gouden montuur van een bril.

1948
2023-03-20
Kramers woordentolk

Jacon Kramers Jz (1948)

montuur

v. zie montering; (ook:) al wat tot invulling, opmaking, toerusting van een voorwerp dient, omlijs ting v. bril, edelstenen; (ook:) rijdier, rijpaard.

1937
2023-03-20
Verklarend handwoordenboek der Nederlandse taal

M. J. Koenen's (1937)

montuur

v. monturen, montuurtje; (Fr. monture): rijdier, -paard, ezel; omlijsting van een bril, invatting van edelstenen enz.; de ingevatte edelstenen zelf.

1914
2023-03-20
Vreemde woorden woordenboek

Fokko Bos (1914)

montuur

montuur, - v., zie monteering, (ook:) dier, dat men berijdt, rijdier; al wat tot invatting, opmaking van een voorwerp dient.

1908
2023-03-20
Vivat's Geïllustreerde Encyclopedie

J. Kramer (1908)

Montuur

monteering, uitrusting, al wat dient om een voorwerp bruikbaar of voor zijn bestemming geschikt te maken; verder iets wat dient tot invatting, opmaking, toe- of uitrusting; ook: ingevatte steen; en: paard of ezel waarop men rijdt. JLontuur-depCt: magazijn van soldatenkleeding.

1906
2023-03-20
Wink's vreemde woordenboek

dr. Jan Romein (1906)

Montuur

o., datgene, waarin edelgesteente gevat is.

1898
2023-03-20
Groot woordenboek der Nederlandsche taal

J.H. van Dale (1898)

Montuur

Montuur v. en o. (...turen), monteering, al wat dient om een voorwerp bruikbaar of voor zijn bestemming geschikt te maken; inlijsting, omvatting van iets: het gouden montuur eener bril; — ingevatte kostbare steenen enz.; — (ook) ezel, dien, paard, dat men bereidt.

Lees verder
1864
2023-03-20
Beknopt kunstwoordenboek

I.M. Calisch (1864)

montuur

montuur - v. zie monteering; (ook) ezel dien men □, paard dat men berijdt; ingevatte steenen enz