Wat is de betekenis van monteren?

2023-12-06
Nederlandstalige WikiWoordenboek

Wiktionary (2019)

monteren

monteren - Werkwoord 1. de juiste beelden achter elkaar zetten Ze waren bezig om de film te monteren. 2. ergens aan vastmaken Je moet eerst het groene plaatje monteren. 3. uit losse (onder)delen in elkaar zetten Woordherkomst afgeleid v...

2023-12-06
Jargon & Slang van Beursspeculanten

Marc De Coster (2017)

Monteren

Monteren - stijgen.


Direct alle 15 resultaten bekijken?

Word vriend van Ensie!

2023-12-06
Muiswerk Educatief

Muiswerk Educatief (2017)

monteren

monteren - regelmatig werkwoord uitspraak: mon-te-ren 1. in elkaar zetten ♢Arie monteert de kast van Ikea Regelmatig werkwoord: mon-te-ren ik monteer jij/u monteert ...

2023-12-06
Woordenboek vreemde woorden

A. Kolsteren en Ewoud Sanders (1994)

Monteren

[Fr. monter, van VLat. *montare = eig.: klimmen, van Lat. mons, montis = berg] ineenzetten; vatten (edelstenen in metaal); de scènes van een film in juiste orde aan elkaar zetten; aankleden van een toneelstuk; soldaten uitrusten met nodige dienstkleding; (cul.) a afmaken van een gerecht of een schotel, b op...

2023-12-06
Vreemd Nederlands

Jan Meulendijks (1993)

Monteren

ineenzetten; oplopen (van een koers); de montage bewerkstelligen

2023-12-06
Videofilmen: termen en begrippen

Emanuel Damsteeg (1992)

Monteren

Het in de gewenste volgorde overspelen van fragmenten van de camcorder naar een stationaire videorecorder ('editen') waarop een tv-toestel als monitor is aangesloten.

2023-12-06
Journalistiek begrippenlijst

Henk Vreekamp (1989)

Monteren

inplakken van de pagina’s met kolomtekst en beeld.

2023-12-06
De vreemde woorden

Fokko Bos, Dr. O. Noordenbos (1955)

Monteren

machinedelen in elkaar zetten; een diamant zetten; toneelstuk of film in elkaar zetten

2023-12-06
Groot woordenboek der Nederlandse taal

Van Dale Uitgevers (1950)

Monteren

(monteerde, heeft en is gemonteerd), (<Fr.), 1. opmaken, in orde brengen, b.v. in toepassing op het zetten van edelstenen; — bevestigen op een onderstel enz. 2. (een machine) uit de losse delen in elkaar zetten; 3. een toneelstuk, een film aankleden, in elkaar zetten. Zie ook Gemonteerd.

2023-12-06
Vreemde woorden in de natuurkunde en namen der chemische elementen

Prof. Dr. P.H. van Laer (1949)

Monteren

( = Fr. monter = inrichten, in elkaar zetten; vulgair Lat. montére = stijgen, beklimmen, inrichten; mons, gen. móntis = berg). In elkaar zetten (van toestellen).

2023-12-06
Kramers woordentolk

Jacon Kramers Jz (1948)

monteren

stijgen; de hoogte in gaan (opstijgen); op wekken, bezielen; van het nodige ter kleding voor de dienst voorzien (soldaten); bemannen (schip); van een opgetuigd paard voorzien (een ruiter); de delen van een machine ineenzetten; zetten, in een kas vatten (edelgesteenten); voorbereiden voor de opvoering (een toneelstuk); bijzetten (de verfkuip); cli...

2023-12-06
Verklarend handwoordenboek der Nederlandse taal

M. J. Koenen's (1937)

monteren

gemonteerd; Fr. stijgen; opwekken; optuigen; uitrusten; ineenzetten van een machine; zetten, vatten van edelgesteenten enz., in goud- enz.; ’t aankleden van een toneelstuk; het in elkaar zetten v. e. film; met betrekking tot iems. gemoedstoestand: opwinden; zie gemonteerd.

2023-12-06
Vreemde woordenboek

S. van Praag (1937)

monteren

stijgen, bemannen, van het nodige voorzien: optuigen: voorbereiden van een toneelstuk: machine in elkaar zetten; rangschikken fotografieën.

2023-12-06
Modern Woordenboek

Jozef Verschueren (1930)

monteren

(mon'le:rən) (monteerde, heeft gemonteerd) [Fr. <Lat. mons, berg] 1. stijgen. 2. opwinden: hij was erg gemonteerd. 3. kleden en uitrusten: soldaten -. 4. bemannen, : een schip -. 5. de losse delen van iets in elkander zetten: een machine, foto’s -. 6. invatten,inzetten: juwelen in goudwerk -. 7. opzetten : clichés op hout...

2023-12-06
Etymologicum 1573

Cornelis Kiliaan (1573)

Montéren

Ascendere. & Equum conscendere. & Instruere, adornare. Wel ghe-monteert. Clytopôlus, κλυτ􀀀πωλος: inclytus equi. Budaeus.