Wat is de betekenis van mondharmonica?

2024-03-29
Algemeen Nederlands Woordenboek

Algemeen Nederlands Woordenboek (2009-heden)

mondharmonica

klein blaasinstrument. klein rechthoekig blaasinstrument dat aan de zijkanten bedekt is met metalen schilden en aan de bovenkant voorzien is van een rooster waaronder zich lamellen bevinden die gaan trillen wanneer er met de mond in dat rooster geblazen wordt, en dat hoofdzakelijk gebruikt wordt in de volksmuziek. Voorbeelden: Toots...

2024-03-29
Nederlandstalige WikiWoordenboek

Wiktionary (2019)

mondharmonica

mondharmonica - Zelfstandignaamwoord 1. (muziekinstrument) een instrument met doorslaande tongen dat met de mond bespeeld wordt Speelt u vaak op een mondharmonica? Woordherkomst samenstelling van mond en harmonica

2024-03-29
Art & Architecture Thesaurus

Getty Research Institute (1990)

mondharmonica

mondharmonica - Rietinstrumenten bestaande uit een vierkant metalen doosje met gleuven waarin vrijslaande rieten in zijn geplaatst, bespeeld door het voor de mond heen en weer te bewegen en ondertussen in- en uit te ademen.

2024-03-29
Frysk Wurdboek (Friesch woordenboek)

Fa. A.J. Osinga (1952)

Mondharmonica

s., mûlharp(e), blaesharmoanika.

2024-03-29
Groot woordenboek der Nederlandse taal

Van Dale Uitgevers (1950)

Mondharmonica

v. (-’s), primitief muziekinstrument met een reeks diatonisch gestemde tongetjes, die door blazen en zuigen tot trillen en toongeven gebracht worden.

2024-03-29
De Kleine Winkler Prins

Winkler Prins (1949)

Mondharmonica

voor mondbespeling gemaakt muziekinstrument met toongaten waarin zich tongetjes bevinden, die door zacht blazen in trilling worden gebracht.

2024-03-29
Verklarend handwoordenboek der Nederlandse taal

M. J. Koenen's (1937)

mondharmonica

v. -harmonicas; bekend blaasinstrumentje.

2024-03-29
Encyclopedie voor Iedereen

John Kooy (1933)

Mondharmonica

→ Harmonica.

Wil je toegang tot alle 12 resultaten?

Ja, ik word vriend van Ensie!
2024-03-29
Katholieke Encyclopaedie

Uitgeverij Joost van den Vondel (1933-1939)

Mondharmonica

Volksmuziekinstrument met doorslaande tongen, die langs correspondeerende gaatjes aangeblazen worden; uitgevonden in 1826. In primitieven vorm muzikaal zeer onvolkomen. Is echter in den laatsten tijd ook ontwikkeld tot een chromatisch instrument van drie octaven (chromonika).