Wat is de betekenis van mondain?

2024-04-19
Nederlandstalige WikiWoordenboek

Wiktionary (2019)

mondain

mondain - Bijvoeglijk naamwoord 1. werelds, modieus, luxueus De mondaine vrouw was niet snel tevreden, ondanks alle cadeaus die haar man voor haar kocht. In Monaco is er een heel mondaine sfeer.

2024-04-19
Muiswerk Educatief

Muiswerk Educatief (2017)

mondain

mondain - bijvoeglijk naamwoord uitspraak: mon-dčn 1. wat hoort bij een luxe en rijk leven ♢die moeder van hem is een mondaine dame Bijvoeglijk naamwoord: mon-dčn ... is mondainer dan ... het mondains...

2024-04-19
Woordenboek vreemde woorden

A. Kolsteren en Ewoud Sanders (1994)

Mondain

[Fr., van Lat. mundanus = tot de wereld (mundus) behorend] werelds.

2024-04-19
Vreemd Nederlands

Jan Meulendijks (1993)

Mondain

werelds

2024-04-19
Zuid-afrikaans woordenboek

H.J. Terblanche - M.A., D. Litt

mondain

wêrelds, ydel.

2024-04-19
De vreemde woorden

Fokko Bos, Dr. O. Noordenbos (1955)

Mondain

werelds, veel uitgaand

2024-04-19
Frans woordenboek (FR-NL)

Dr. F.P.H. Prick van Wely (1952)

Mondain

I. mondain; werelds-, aards(gezind); II. mondaine wereldling, werelds mens.

2024-04-19
Groot woordenboek der Nederlandse taal

Van Dale Uitgevers (1950)

Mondain

(Fr.), bn. bw. (-er, -st), werelds, wereldsgezind, alleen voor de wereld levend: mondaine vrouwen ; een mondaine badplaats.

Wil je toegang tot alle 17 resultaten?

Ja, ik word vriend van Ensie!
2024-04-19
Kramers woordentolk

Jacon Kramers Jz (1948)

mondain

(-dèn) (Fr.) 1 werelds, ijdel, chic; 2 van de voorname grote (pretmakende en uitgaande) wereld.