molenaartje
molenaartje - Zelfstandignaamwoord 1. verkleinwoord enkelvoud van het zelfstandig naamwoord molenaar
Wiktionary (2019)
molenaartje - Zelfstandignaamwoord 1. verkleinwoord enkelvoud van het zelfstandig naamwoord molenaar
Klaas J. Eigenhuis (2004)
Volksnaam voor de Braamsluiper. Noors Moller ('Braamsluiper; molenaar'). De naam is gemotiveerd door de ratelende zang, die vergeleken wordt met het geratel van het raderwerk in de molen. De opvallende ratel is ook het motief voor fries Klappermantsje, D Klappergrasmücke en D volksnaam Müllerchen. Vgl. ook Spoertske en Treit(e)....
B.D. Poppen (2000)
Stukje palmhout aan luitouw waardoor de zak met graan gemakkelijk kan worden opgehaald. Soms van metaal.
J.H. van Dale (1898)
Molenaartje o. (-s), (nat. hist.) braamsluiper : zekere grasmusch, ook brummeldiefje, babbelaartje, garendiefje en kersenpikker geheeten (sylvia curruca)
Gerelateerde zoekopdrachten
Log hier in om direct te kunnen beginnen met schrijven.
Wil je dit begrip toevoegen aan je favorieten? Word dan snel vriend van Ensie en geniet van alle voordelen: