Wat is de betekenis van molenaar?

2023-03-30
Woordenboek van Populair Taalgebruik

Marc De Coster (2020-2023)

molenaar

(1950) (Gent, meuleneere) vrouwelijk geslachtsdeel. Syn.: mulder*. • Meuleneere: Vrouwelijk schaamdeel. (L. Lievevrouw-Coopman: Gents Woordenboek. 1950)

Lees verder
2023-03-30
Woordenboek van eigentijds Nederlands

Algemeen Nederlands Woordenboek (2009-heden)

molenaar

iemand die een molen bedient. iemand die voor zijn beroep een molen bedient; iemand die voor zijn beroep of als vrijwilliger met een molen werkt; ook: het beroep van molenaar. Voorbeelden: Vaak legt de molenaar zeilen op de wieken. Hoe meer zeil er op de wiek ligt, hoe meer wind de molen vangt en hoe harder hij wil draaien. http:/...

Lees verder
2023-03-30
Nederlandstalige WikiWoordenboek

Wiktionary (2019)

molenaar

molenaar - Zelfstandignaamwoord 1. (beroep) iemand die het werken in een molen als beroep heeft Woordherkomst Afleiding van molen met het achtervoegsel -aar.

Lees verder
2023-03-30
Muiswerk Educatief

Muiswerk Educatief (2017)

molenaar

molenaar - zelfstandig naamwoord uitspraak: mo-le-naar 1. iemand die in een molen werkt ♢de molenaar liet de wieken draaien Zelfstandig naamwoord: mo-le-naar de molenaar de molenaars ...

Lees verder
2023-03-30
Molenwoordenboek

B.D. Poppen (2000)

Molenaar

Iemand die een molen bedient.

2023-03-30
Art & Architecture Thesaurus

Getty Research Institute (1990)

molenaar

molenaar - Personen die graanmolens bezitten of bedienen en graan tot meel malen.

2023-03-30
Lexicon Beeldende Kunstenaars

Pieter Scheen (1980)

Molenaar

Frans; geb. Amsterdam 25 maart 1821, overl. Amsterdam 12 maart 1886. Leerling van de Akademie v. B.K. in deze stad (1837-1848). Tekenaar, etser en graveur. Illustrator van almanakken, graveerde naar I7de-eeuwse meesters. In 1859 werd hij lid van ‘Arti et Amicitiae’ te Amsterdam.Tentoonstelling Amsterdam 1842: een studiekop (tekening)...

Lees verder
2023-03-30
Surinaams woordenboek

J. van Donselaar (1936)

molenaar

: zie mason (I).

2023-03-30
Frysk Wurdboek (Friesch woordenboek)

Fa. A.J. Osinga (1952)

Molenaar

s., moun(d)er, moolder, moolner.

2023-03-30
Groot woordenboek der Nederlandse taal

Van Dale Uitgevers (1950)

Molenaar

m. (-s,...naren), 1. eigenaar, beheerder van een molen; werkman die in een molen werkt; (zegsw.) alle molenaars zijn geen dieven; 2. naam voor een bepaalde werkman in een papierfabriek; 3. ben. voor de wijting (Gadus merlangus); 4. (gew.) meikever; 5. ben. voor het witje, een bekende soort van kapel; 6. ijzeren bout, om welks midden e...

Lees verder
2023-03-30
Verklarend handwoordenboek der Nederlandse taal

M. J. Koenen's (1937)

molenaar

m. -s, molenaren; hij, die met een molen werkt; inz. eigenaar, die, althans door één knecht bijgestaan, met een korenmolen werkt; fig. naam van vissen inz. kleine schelvis; meikever: zegsw. R.-K. met de molenaars gaan biechten, zijn Paasbiecht spreken op de laatste dag er voor bestemd.

2023-03-30
Katholieke Encyclopaedie

Uitgeverij Joost van den Vondel (1933-1939)

Molenaar

1° M., Priester van de Missionarissen van het H. Hart, Ned. letterkundige. * 1886 te Sneek. Medeoprichter van het maandblad Roeping en vast medewerker aan dit tijdschrift. M. ’s innig-devote, meditatieve schetsen worden gekenmerkt door rust en verfijning; enkele van zijn biographische verhalen, die de zuivere uitdrukking zijn van een edel...

Lees verder
2023-03-30
Jozef Verschueren

Jozef Verschueren (1930)

molenaar

('mo:lәna:r) m. (...naren, -s) I. Eig, eigenaar van, werkman in een molen. II. Metf. 1. als met meel bestoven meikeversoort. 2. kleine witte schelvissoort.

Lees verder
2023-03-30
Oosthoek encyclopedie

Oosthoek's Uitgevers Mij. N.V (1916-1925)

Molenaar

Molenaar - volksnaam voor den Meikever.

2023-03-30
Vivat's Geïllustreerde Encyclopedie

J. Kramer (1908)

Molenaar

1) Gadus minutus, een 20 centim. lang vischje dat tot de schelvischachtigen behoort. 2) andere naam van den meikever, en van verschillende vogels.

Lees verder
2023-03-30
Groot woordenboek der Nederlandsche taal

J.H. van Dale (1898)

Molenaar

Molenaar m. (-s, ...naren), eigenaar van een molen; werkman die in een molen werkt; — (nat. hist.) wijting : eene soort van zeer kleine schelvisch, die in de Middellandsche Zee veelvuldig wordt aangetroffen; — post (zekere visch); — meikever; — zwarte kever in het meel; — het witje, eene bekende soort van kapel; &mdash...

Lees verder
2023-03-30
Winkler Prins

Anthony Winkler Prins (1870)

Molenaar

Molenaar (Gadus minutus) is de kleinste soort der Schelvisachtige visschen (Gadoides) en bereikt slechts de lengte van een span. Hij heeft de gedaante van een jongen kabeljaauw en een baarddraadje aan de onderlip; zijn rug is geelachtig bruin, de zijden van het ligchaam zijn zilverkleurig met zwarte stippen en de staart is zwart gezoomd. Hij onders...

Lees verder
2023-03-30
Zeemans woordenboek

Jacob van Lennep (1865)

Molenaar

z.n.m. - Yzeren bout, om wier midden men een touw bevestigt, en die men dwars in den band van een ledig stuk plaatst, om dit in ’t ruim te hijschen.