Wat is de betekenis van moe?

2024-04-19
Woordenboek van Populair Taalgebruik

Marc De Coster (2020-2024)

moe

(2004) (straattaal) in de uitdrukking 'je mond ruikt moe': je stinkt uit je mond. • Oppier reisde het hele land door. In Limburg kruipt er wat Duits in de jongerentaal (Dat is blod - dat is stom), in het westen wat exotische termen (Kontabai - 'hoe gaat het') en overal eigen woorden en betekenissen (Je mond ruikt moe - je stinkt uit je mond)....

2024-04-19
Blockchain woordenboek

Redactie Ensie (2021)

Moe

MoE is het letterwoord voor Medium of Exchange.

2024-04-19
Nederlandstalige WikiWoordenboek

Wiktionary (2019)

moe

moe - Zelfstandignaamwoord 1. (informeel) ma, moeder (…) de naaikransjes, picknicks en vakanties met pa en moe maken plaats voor schoolclubs, fuiven en vakanties met vriendinnen (…) moe - Bijvoeglijk naamwoord 1. geneigd tot rusten of slapen, afgemat ...

2024-04-19
Muiswerk Educatief

Muiswerk Educatief (2017)

moe

moe - bijvoeglijk naamwoord 1. wie aan rust of slaap toe is ♢ik ga naar bed, ik ben moe 1. zo moe als een hond [heel erg moe] 2. het moede hoofd neerleggen ...

2024-04-19
Zuidnederlands Woordenboek

Walter De Clerck (1981)

moe

Verkorting van: moeder; vaak in de verb. ons moe. Zijzelf had al een paar jaren op de fabriek kunnen staan, als er niet te veel kinderen geweest waren, en als moe zelf had willen thuisblijven. Doch moe had dit niet gewild, ofschoon zijzelf als steendraagster meer zou verdiend hebben dan moe, VAN AKEN 1976, 238. Zij horen erbij ... wanneer e...

2024-04-19
Eerste Medisch Systematische Ingerichte Encyclopedie

Uitgeversmaatschappij A. Manteau N.V. (1954)

Moe

zie vermoeidheid.

2024-04-19
Frysk Wurdboek (Friesch woordenboek)

Fa. A.J. Osinga (1952)

Moe

adj., wurch, warch, mêd, ynein, oanein; — zijn, jins nocht, bikomst, bikommen hawwe, de ein yn ’e bek hawwe de lea fiele; ik word(en slaperig) de lea bijowe, bifalle my; — en suf, af en staf; door en door —, ynwurch trochwurch, skjin ynein, bek-ôf; iets...

2024-04-19
Woordenboek Nederlands-Turks

Mehmet Kiriş (2024)

Wil je toegang tot alle 15 resultaten?

Ja, ik word vriend van Ensie!
2024-04-19
Groot woordenboek der Nederlandse taal

Van Dale Uitgevers (1950)

Moe

I. MOE, zie moede. II. MOE v., moeder; in kindert. ook: moeke, moetje, o. (-s).