mister
(zelfstandig naamwoord) [alg.] mijnheer …, dé man van de/het …; meneertje ... - De Nederlandse biografie van Wim Duisenberg heet 'Mijnheer Euro', maar dan op zijn Engels. - Vergeleken met Meneertje Stijlvol oogden wij als heikneuters in ons stijve zondagse pak.