mislukken
mislukken - Werkwoord 1. ergatief verkeerd aflopen, zonder het gewenste resultaat ♢ Mijn recept is volledig mislukt. Woordherkomst samenstelling van mis en lukken Antoniemen lukken
Wiktionary (2019)
mislukken - Werkwoord 1. ergatief verkeerd aflopen, zonder het gewenste resultaat ♢ Mijn recept is volledig mislukt. Woordherkomst samenstelling van mis en lukken Antoniemen lukken
Muiswerk Educatief (2017)
mislukken - regelmatig werkwoord uitspraak: mis-luk-ken 1. niet het verwachte resultaat opleveren ♢de overval mislukte doordat de politie gewaarschuwd was Regelmatig werkwoord: mis-luk-ken ik misluk ...
Peter Bakema (2003)
(mislukte, mislukt) in België ook met een persoon als onderwerp: niet slagen, zakken - hij is mislukt in zijn examen, gezakt voor.
Walter De Clerck (1981)
Met een pers. als ond.: niet slagen (in wat men onderneemt), zakken (voor een examen). - Zie ook s.v. (ge)lukken. Donderdag ... besloten ze gezamenlijk een partijtje te zwemmen. De 21-jarige F. ... raakte in moeilijkheden. Zijn makkers trachtten hem bij te springen en hem te reddgn maar mislukten, Gazet v. Antw. 8/7/1977. Bij een tw...
Fa. A.J. Osinga (1952)
v., mislearje, mislokke, misbiteare, misbislaen, mistribelje, fortribelje, misrinne, tsjinslagje, speakje, (to) speak rinne; het mislukt mij, it brekt my by de hannen omt ôf; doen —, fortribelje.
Van Dale Uitgevers (1950)
(het mislukte, is mislukt), 1. niet gelukken, slecht, verkeerd uitvallen: alles wat hij onderneemt mislukt hem; door de waakzaamheid der bezetting mislukte de aanslag; een mislukte onderneming; 2. niet worden wat iem. of iets worden moest, verongelukken : zijn zoon is mislukt; een mislukt genie; een mislukt advocaat; — een...
M. J. Koenen's (1937)
mislukte, is mislukt; niet gelukken, slecht uitvallen; niet worden tot dat, wat iem. of iets worden moest; niet slagen, niet goed aflopen: een poging, onderneming kan mislukken; een poging doen mislukken; die student is mislukt, heeft de studie moeten neerleggen.
Jozef Verschueren (1930)
(mis'lukkən) (mislukte, is mislukt) 1. niet worden wat het genoemde worden moest : dat baksel is mislukt; een mislukte partij ; dat boek is mislukt; die jongen is dwaas opgevoed en mislukt; een mislukt advokaat. 2. niet goed aflopen, niet slagen : een onderneming kan -; zijn pogingen zijn mislukt; een mislukte aardigheid. Tgst. lukken.
Gerelateerde zoekopdrachten
Log hier in om direct te kunnen beginnen met schrijven.
Wil je dit begrip toevoegen aan je favorieten? Word dan snel vriend van Ensie en geniet van alle voordelen: