Wat is de betekenis van Misleiden?

2024-04-19
Nederlandstalige WikiWoordenboek

Wiktionary (2019)

misleiden

misleiden - Werkwoord 1. (ov) iemand ~ iemand in de waan van iets brengen Zij misleidden daarmee de kiezers op grote schaal. Woordherkomst samenstelling van mis en leiden

2024-04-19
Bridge Opzoekboek

drs. Toine van Hoof (2017)

misleiden

De andere spelers een verkeerde indruk geven van de eigen hand. Het meest toegepast door de leider in het afspel, omdat deze geen last heeft van een eventuele misleiding van zijn partner (die dummy is). Ook tegenspelers kunnen echter trachten (de leider) te misleiden (misleidende uitkomst; falsecard). Bij uitzondering kan het zelfs nuttig zijn de p...

2024-04-19
Muiswerk Educatief

Muiswerk Educatief (2017)

misleiden

misleiden - regelmatig werkwoord uitspraak: mis-lei-den 1. niet eerlijk zijn ♢hij heeft mij misleid met zijn verhaal Regelmatig werkwoord: mis-lei-den ik misleid jij/u misleidt ...

2024-04-19
Frysk Wurdboek (Friesch woordenboek)

Fa. A.J. Osinga (1952)

Misleiden

v., misliede, birûgelje, forbjusterje, forgûchelje, forrifelje, blyndoekje; iem., immen foarby komme, meinimme, in rêd foar de eagen draeije, bline hynders foar de doar liede; zich laten —, jin foarby komme litte, jin meinimme litte.

2024-04-19
Woordenboek Nederlands-Turks

Mehmet Kiriş (2024)

2024-04-19
Groot woordenboek der Nederlandse taal

Van Dale Uitgevers (1950)

Misleiden

(misleidde, heeft misleid), op een verkeerd spoor brengen, een verkeerde voorstelling opwekken, bedriegen: iem. trachten te misleiden ; — met een zaak als onderw.: door de duisternis misleid, viel hij in het water ; zich door de schijn laten misleiden.

2024-04-19
Verklarend handwoordenboek der Nederlandse taal

M. J. Koenen's (1937)

misleiden

misleidde, heeft misleid; bedriegen: door de duisternis misleid.

2024-04-19
Modern Woordenboek

Jozef Verschueren (1930)

misleiden

1. ('mis) (leidde mis, heeft misgeleid) verkeerd leiden. 2. ('leidən) (misleidde, heeft misleid) op een verkeerd spoor brengen en dwaling veroorzaken : hij zoekt hem te -; door de duisternis misleid. Syn.→ bedotten.

Wil je toegang tot alle 9 resultaten?

Ja, ik word vriend van Ensie!
2024-04-19
Groot woordenboek der Nederlandsche taal

J.H. van Dale (1898)

Misleiden

Misleiden (leidde mis, heeft misgeleid), (w. g.) valsch, verkeerd leiden; — (misleidde, heeft misleid), bedriegen: hij heeft zich door den schijn laten misleiden. MISLEIDING, v. (-en), het verkeerd leiden; bedrog.