Wat is de betekenis van Minstreel?

2024-04-19
Algemeen Nederlands Woordenboek

Algemeen Nederlands Woordenboek (2009-heden)

minstreel

Het begrip minstreel heeft 3 verschillende betekenissen: 1) middeleeuwse zanger. middeleeuwse dienaar van een edelman, vorst of stad die ten gerieve van zijn opdrachtgever liederen ten gehore brengt, waarbij hij zichzelf muzikaal begeleidt, en zich verder bezighoudt met de dichtkunst. 2) rondreizende liedjeszanger. rondreizende liedj...

2024-04-19
Nederlandstalige WikiWoordenboek

Wiktionary (2019)

minstreel

minstreel - Zelfstandignaamwoord 1. (middeleeuwen), (cultuur), (muziek), (verouderd) een in het Zuid-Frankrijk van weleer, langs kastelen en vorstenhoven rondreizend kunstenaar, musicus, zanger van liederen en voordrager van gedichten, balladen e.d. Nog lang bleef het eigenaardige gezang van de minstreel...

2024-04-19
Muiswerk Educatief

Muiswerk Educatief (2017)

minstreel

minstreel - zelfstandig naamwoord uitspraak: min-streel 1. rondtrekkende liedjeszanger ♢in de middeleeuwen kwam je overal minstrelen tegen Zelfstandig naamwoord: min-streel de minstreel de mins...

2024-04-19
XYZ van de klassieke muziek

Katja Reichenfeld (2003)

Minstreel

Een minstreel (Oud-Frans: menestrel, van M.E. Lat. ministerialis, ambachtsman) is een tot de laagste sociale klasse behorende beroepsmuzikant in de Middeleeuwen. Alléén of in gezelschap van een troep jongleurs en toneelspelers trok de minstreel langs kastelen en steden. Door adellijke troubadours en trouvères werden zij vaak als speelman ingehuurd...

2024-04-19
Woordenboek vreemde woorden

A. Kolsteren en Ewoud Sanders (1994)

Minstreel

[OFr. menestral, van Lat. ministerialis; zie ministerieel] middeleeuws speelman die de zangen der troubadours op instrument begeleidde; ook: troubadour.

2024-04-19
Vreemd Nederlands

Jan Meulendijks (1993)

Minstreel

(meistreel) troubadour; rondreizend zanger (gesch.)

2024-04-19
Muziekencyclopedie

S. van Ameringen (1962)

minstreel

in de middeleeuwen dienaar van adellijke personen, die zich toelegde op zang en spel, in het bijzonder voor het vertolken van de liederen van troubadours en trouvères.

2024-04-19
Zuid-afrikaans woordenboek

H.J. Terblanche - M.A., D. Litt

minstreel

sien minnesanger.

Wil je toegang tot alle 20 resultaten?

Ja, ik word vriend van Ensie!
2024-04-19
De vreemde woorden

Fokko Bos, Dr. O. Noordenbos (1955)

Minstreel

of menestreel: zanger, speelman.