Wat is de betekenis van minst?

2024-04-19
Nederlandstalige WikiWoordenboek

Wiktionary (2019)

minst

minst - Bijvoeglijk naamwoord 1. onverbogen vorm van de overtreffende trap van min minst - Onbepaald hoofdtelwoord 1. overtreffende trap van weinig: het geringst in aantal of hoeveelheid Verwante begrippen geringst, kleinst, nietigst

2024-04-19
Muiswerk Educatief

Muiswerk Educatief (2017)

minst

minst - bijvoeglijk naamwoord 1. het kleinste aantal ♢ik heb weinig boeken, Theo heeft er minder, maar Jan het minst 1. er waren ten minste 100 mensen [zeker niet minder] 2. hij...

2024-04-19
Frysk Wurdboek (Friesch woordenboek)

Fa. A.J. Osinga (1952)

Minst

adj. & adv., minst; op zijn —, op syn minst, yn alle gefallen, altiten, sêfts; niet in het —, abslút net, gjin grevel.

2024-04-19
Woordenboek Nederlands-Turks

Mehmet Kiriş (2024)

2024-04-19
Groot woordenboek der Nederlandse taal

Van Dale Uitgevers (1950)

Minst

bn. bw., 1. overtreffende trap van min en weinig, geringste, kleinste : ik zie hierbij de minste fout niet door de vingers; hij heeft in die oefening de minste fouten gemaakt: tegen de minste prijs verkopen: dat heeft niet de minste waarde; het minste windje; 2. zelfst. : hij weet er niet het minste van, volstrekt niets van ; ik h...

2024-04-19
Verklarend handwoordenboek der Nederlandse taal

M. J. Koenen's (1937)

minst

1. bn., bw.; zie min (I); 2. minste, m. en v. minsten (inschikkelijkste): wees maar de minste, d. i. geef maar toe; 3. o.; in zegsw.: ten minste, a) op zijn minst genomen, b) in de geringste mate b.v. in het minst(e) niet of: niet in het minst(e), in het geheel niet; op zijn minst, zo min mogelijk gerekend; voor het minst, a) op zijn minst; b) alth...

2024-04-19
Modern Woordenboek

Jozef Verschueren (1930)

minst

[sup. van min] I. bn. en bw. 1. kleinst: het -e windje; de -e wederstand; hij heeft niet de -e schuld. 2. geringst : de -e der broederen. Gez. dat is het -e, volstrekt niet erg; de -e zijn, niet op zijn stuk staan, toegeven; in het ~(e) niet of niet in het -(e), zelfs niet in de geringste mate, in 't geheel niet; op zijn -. zo min mogelijk g...

2024-04-19
Etymologisch Woordenboek

Amsterdam University Press (2024)

Wil je toegang tot alle 10 resultaten?

Ja, ik word vriend van Ensie!
2024-04-19
Groot woordenboek der Nederlandsche taal

J.H. van Dale (1898)

Minst

Minst bn. bw. overtreffende trap van min en weinig, geringste, kleinste: ik zie hierbij de minste fout niet door de vingers; hij heeft in die oefening de minste fouten gemaakt; tegen den minsten prijs verkoopen; van al die dames is zij de minst bevallige; dat heeft niet de minste waarde; — als z. n. hij weet er niet het minste van, volstrekt...