Wat is de betekenis van Mini?

2024-03-29
Woordenboek van Populair Taalgebruik

Marc De Coster (2020-2024)

mini

1) (2006) (politie) bekeuring. • De 'mini', zoals de gele prent in politiejargon heet, wordt een maxi. De bekeuring wordt twee keer zo groot. Agenten worden wel beknot in hun bewegingsruimte op het papier, want waar nu nog de gegevens op een stippellijntje worden genoteerd, moet straks in hokjes worden gewerkt. In elk hokje één c...

2024-03-29
Nederlandse Voornamenbank

Meertens Instituut (2020)

Mini

Zie Mina

2024-03-29
Nederlandstalige WikiWoordenboek

Wiktionary (2019)

mini

mini - Bijvoeglijk naamwoord 1. klein mini - Zelfstandignaamwoord 1. de kleine 2. (kleding) zeer korte jurk of rok

Wil je toegang tot alle 12 resultaten?

Ja, ik word vriend van Ensie!
2024-03-29
Jargon & Slang van Journalisten en zetters

Marc De Coster (2017)

Mini

Mini - contactadvertentie in de kranten de Volkskrant, Het Parool en Trouw, zoals: Travestietslaaf, 54 jr., 1.70 m., zkt dominante. Dit soort mini-advertenties wordt per regel betaald waardoor het aantal afkortingen zich opstapelt, met alle mogelijke verwarring van dien. De telefoniste die de berichten als eerste aanhoort, zegt vaak al: vergeet...