Mild, mildelijk
„Uwe hand mildelijk opendoen”, Deut. 15 : 8, d. i. wijd opendoen, om veel te kunnen geven. „Milde regen”, Ps. 68 : 10, d. i. overvloedige regen. „Die mildelijk geeft”, Jac. 1: 5, d.i. eenvoudigweg, zonder bijoogmerken.
F.W. Grosheide (1926)
„Uwe hand mildelijk opendoen”, Deut. 15 : 8, d. i. wijd opendoen, om veel te kunnen geven. „Milde regen”, Ps. 68 : 10, d. i. overvloedige regen. „Die mildelijk geeft”, Jac. 1: 5, d.i. eenvoudigweg, zonder bijoogmerken.
Gerelateerde zoekopdrachten
Log hier in om direct te kunnen beginnen met schrijven.
Wil je dit begrip toevoegen aan je favorieten? Word dan snel vriend van Ensie en geniet van alle voordelen: