Wat is de betekenis van mettertijd?

2024-04-20
Nederlandstalige WikiWoordenboek

Wiktionary (2019)

mettertijd

mettertijd - Bijwoord 1. na verloop van (een zekere) tijd Hij was een goede leerling, maar mettertijd nam het leven een andere wending voor hem. Woordherkomst Eigenlijk de vaste woordgroep met der tijd (waarin der een versteende datief vrouwelijk enkelvoud is). Gelijk...

2024-04-20
Muiswerk Educatief

Muiswerk Educatief (2017)

mettertijd

mettertijd - bijwoord uitspraak: met-ter-tijd 1. op den duur, over een tijdje ♢het zal mettertijd wel beter gaan Bijwoord: met-ter-tijd

2024-04-20
Frysk Wurdboek (Friesch woordenboek)

Fa. A.J. Osinga (1952)

Mettertijd

adv., mei de tiid, meijertiid tydliks, tydlings(wei), al neigeraden, al njonkelytsen, al sa skielik, meitiid.

2024-04-20
Woordenboek Nederlands-Turks

Mehmet Kiriş (2024)

2024-04-20
Groot woordenboek der Nederlandse taal

Van Dale Uitgevers (1950)

Mettertijd

bw., gaandeweg, op den duur, allengskens : dat zal mettertijd wel veranderen.

2024-04-20
Verklarend handwoordenboek der Nederlandse taal

M. J. Koenen's (1937)

mettertijd

bw.; eig. met der tijd; allengskens; ook: na verloop van zekere tijd: alles komt mettertijd terecht.

2024-04-20
Modern Woordenboek

Jozef Verschueren (1930)

mettertijd

(mettər'tijt) bw. [met de tijd] allengskens : eerst kan dit geschieden. ➝ Hannes.

2024-04-20
Oosthoek Encyclopedie

Oosthoek's Uitgevers Mij. N.V (1916-1925)

mettertijd

bw., gaandeweg, op den duur: dat zal mettertijd wel verbeteren.

Wil je toegang tot alle 9 resultaten?

Ja, ik word vriend van Ensie!
2024-04-20
Groot woordenboek der Nederlandsche taal

J.H. van Dale (1898)

Mettertijd

Mettertijd bw. met den tijd, allengskens: dat zal mettertijd wel veranderen, na verloop van zekeren tijd.