Met iets verguld zijn
vereerd, verheugd, verblijd zijn met iets, ermee in zijn nopjes zijn; eig. glanzen van genoegen, van vreugde stralende ogen hebben. In de middeleeuwen komt verguld voor in de zin van opgewonden, dronken, waarschijnlijk naar de hoge kleur van het „rode” goud of van een ander daarmede verguld metaal; in de 17de eeuw wordt vergulden herhaa...