merendeel
grootste gedeelte. grootste gedeelte; de meeste (van de genoemde zaken of dieren); de meesten (van de genoemde personen). Voorbeelden: De vakantie is bestemd voor een groep van 30 kinderen uit een kindertehuis in Gomel in de buurt van Tsjernobyl. Het merendeel is wees, of komt uit een gebroken gezin. Meppeler Courant, 1993 Ui...