Wat is de betekenis van merendeel?

2024-04-23
Algemeen Nederlands Woordenboek

Algemeen Nederlands Woordenboek (2009-heden)

merendeel

grootste gedeelte. grootste gedeelte; de meeste (van de genoemde zaken of dieren); de meesten (van de genoemde personen). Voorbeelden: De vakantie is bestemd voor een groep van 30 kinderen uit een kindertehuis in Gomel in de buurt van Tsjernobyl. Het merendeel is wees, of komt uit een gebroken gezin. Meppeler Courant, 1993 Ui...

2024-04-23
Nederlandstalige WikiWoordenboek

Wiktionary (2019)

merendeel

merendeel - Zelfstandignaamwoord 1. het grootste deel Het merendeel van de analfabeten is vrouw. De aangeklaagde is voor het merendeel vrijgepleit. Woordherkomst samenstelling van meer en deel met het invoegsel -en- Verwante begri...

2024-04-23
Muiswerk Educatief

Muiswerk Educatief (2017)

merendeel

merendeel - zelfstandig naamwoord uitspraak: me-ren-deel 1. het grootste gedeelte ♢het merendeel van de inwoners van Aalsmeer vindt dit een goed plan Zelfstandig naamwoord: me-ren-deel het merendeel

2024-04-23
Zuid-afrikaans woordenboek

H.J. Terblanche - M.A., D. Litt

merendeel

die grootste gedeelte.

2024-04-23
Verklarend handwoordenboek der Nederlandse taal

M. J. Koenen's (1937)

merendeel

o.; het grootste gedeelte: het merendeel der ambtenaren; voor ’t merendeel.

2024-04-23
Modern Woordenboek

Jozef Verschueren (1930)

merendeel

('me.rən) o. grootste gedeelte, de meesten : het der mensen; voor ’t -. merendeels bw. 1. voor het grootste deel : dat is in uw macht. 2. in de meeste gevallen.

2024-04-23
Oosthoek Encyclopedie

Oosthoek's Uitgevers Mij. N.V (1916-1925)

merendeel

o., het grootste gedeelte; de meesten: het merendeel van de mensen; voor het merendeel, voor het grootste gedeelte.

2024-04-23
Prisma Groot Woordenboek Nederlands

Unieboek | Het Spectrum (2024)

Wil je toegang tot alle 9 resultaten?

Ja, ik word vriend van Ensie!
2024-04-23
Prisma Woordenboek Nederlands

Unieboek | Het Spectrum (2024)