menigvuldig
menigvuldig - Bijvoeglijk naamwoord 1. (formeel) talrijk, frequent 2. veelsoortig, velerlei, verschillend Woordherkomst afgeleid van menig met het achtervoegsel -vuldig
Wiktionary (2019)
menigvuldig - Bijvoeglijk naamwoord 1. (formeel) talrijk, frequent 2. veelsoortig, velerlei, verschillend Woordherkomst afgeleid van menig met het achtervoegsel -vuldig
Van Dale Uitgevers (1950)
bn. bw., 1. velerlei, van veel soorten, talrijk: om uw menigvuldige zwakheden; een volk, menigvuldig als het stof der aarde; 2. (vero.) herhaaldelijk, dikwijls.
Jozef Verschueren (1930)
(menəch'fuldəch) (-er, -st) I. bn. talrijk, veel, overvloedig : -e zwakheden; een volk, als het stof der aarde; de dorpen zijn niet in die streek. - II, bw. 1. op allerlei wijze: zondigen. 2. herhaaldelijk, vaak : dat komt -er voor.
Log hier in om direct te kunnen beginnen met schrijven.
Wil je dit begrip toevoegen aan je favorieten? Word dan snel vriend van Ensie en geniet van alle voordelen: