melken
1) (1910) (inf.) zaniken, zeuren. Een variant op een bekend kinderversje luidt: 'Rozen verwelken. En schepen vergaan. Dus lig niet te melken. Maar doe er wat aan.' In Vlaanderen betekent dit werkwoord ook 'talmen' (Guido Gezelle: Loquela. 1907). Syn.: beunnaaien*; bitchen*; dimdammen*; discuzeuren*; eieren*; etterbakken*; etteren*; gallen*; gorten*...