Wat is de betekenis van melden?

2024-04-18
Nederlandstalige WikiWoordenboek

Wiktionary (2019)

melden

melden - Werkwoord 1. (ditr) iets rapporteren, bekendmaken De zedendelinquent werd bij de politie gemeld. melden - Zelfstandignaamwoord 1. meervoud van het zelfstandig naamwoord melde

2024-04-18
Muiswerk Educatief

Muiswerk Educatief (2017)

melden

melden - regelmatig werkwoord uitspraak: mel-den 1. vertellen hoe het is ♢hij heeft gemeld dat hij later komt 1. je ziek melden [laten weten dat je ziek bent] 2. hij had...

2024-04-18
Frysk Wurdboek (Friesch woordenboek)

Fa. A.J. Osinga (1952)

Melden

v., melde, birjochtsje, witte litte, to witten dwaen.

2024-04-18
Duits woordenboek (DU-NL)

Dr. H. W. J. Kroes (1951)

Melden

melden, gewagen; berichten; rapporteren; aandienen (bezoek); sich melden, zich melden, zich aanmelden; (op school) de vinger opsteken; zich laten horen (van wild, hond); Muller meldet sich nicht, Müller geeft geen gehoor.

2024-04-18
Woordenboek Nederlands-Turks

Mehmet Kiriş (2024)

2024-04-18
Groot woordenboek der Nederlandse taal

Van Dale Uitgevers (1950)

Melden

(meldde, heeft gemeld), 1. iets bekend maken, aankondigen: de mei op de toren meldt de kermis; (kaartsp.) roem melden; 2. (germ.) iem. (zich) aanmelden; 3. van iets in geschrifte gewag maken: de geschiedboeken melden zijn naam niet; — iets berichten in een brief: zijn brief meldt er niets van.

2024-04-18
De Kleine Winkler Prins

Winkler Prins (1949)

Melden

gemeente in België, prov. O.-Vlaanderen. 1026 ha, 1.192 inw. Landbouw, veeteelt.

2024-04-18
Verklarend handwoordenboek der Nederlandse taal

M. J. Koenen's (1937)

melden

meldde, heeft gemeld; doen weten, berichten; gewagen, opgeven: de ontvangst van een brief melden; refl. zich melden; zich aangeven.

Wil je toegang tot alle 17 resultaten?

Ja, ik word vriend van Ensie!
2024-04-18
Katholieke Encyclopaedie

Uitgeverij Joost van den Vondel (1933-1939)

Melden

Gem. aan den rechteroever van de Schelde in de prov. Oost-Vlaanderen, ten Z.W. van Oudenaarde; opp. 1026 ha, 1100 inw. (Kath.); landbouw.