Wat is de betekenis van Meer?

2023-12-09
Nederlandse Voornamenbank

Meertens Instituut (2020)

Meer

Zie Odmar

2023-12-09
Muiswerk Educatief

Muiswerk Educatief (2017)

meer

meer - bijwoord, zelfstandig naamwoord 1. naast dat wat al genoemd is ♢wie waren er nog meer? 1. wat wil je nog meer? [verder nog] 2. je hebt zonder meer gelijk ...


Direct alle 20 resultaten bekijken?

Word vriend van Ensie!

2023-12-09
Brabants Handwoordenboek

Prof. dr. Jos Swanenberg (2015)

mèèr

(bw) morgen LC.

2023-12-09
Vlaams-Nederlands woordenboek

Peter Bakema (2003)

meer

- eens te meer, in België ook: alweer, nog maar eens, voor de zoveelste keer, nogmaals. - te meer dat, te meer omdat. - en te meer, en bovendien - na nog wordt meer in België wel eens weggelaten: wat heeft hij nog geschreven?, wat heeft hij nog meer geschreven?

2023-12-09
Dromen encyclopedie

Fink (1998)

Meer

Net als de zee (zie ‘Zee’) is het meer een onderdeel van het collectieve onbewuste, dat voortdurend op het eigen onbewuste gericht is - in dit geval gaat het echter om een stiller water dat niet zo uitgestrekt is als de zee en ook niet steeds door stormen wordt opgestuwd. In de taal van de droom kan het meer dus het stille water (zie &l...

2023-12-09
Woordenboek van populaire uitdrukkingen

Marc de Coster (1998)

Meer

1. mag het iets/een ietsje/een grammetje -/minder (zijn)?, cliché van o.a. slagers, schertsend ook op andere terreinen overgedragen. Mag het een grammetje minder? Door het verbod op drugs heeft de zelfdisciplinering van de gebruiker, die bij alcohol wél gangbaar is geworden, nooit kunnen groeien. (HP/De Tijd, 22/03/96) Mag het ietsje minder? Een o...

2023-12-09
Encyclopedie van Noord Brabant

Anton van Oirschot (1985-1986)

MEER

oude benaming voor Boxmeer, heerlijkheid aanvankelijk van de heren van Cuijk. In 1654 schreef pastoor A. Peelen nog: ,,Meere soo sv bij de gemeene luyden huydendaags nog veel genoemt wort. sijnde een souveram Land”; bestond uit Boxmeer, het Kerspel. Sint Anthonis en Half Sambeek. jan van Cuijk stond de heerlijkheid af of verkocht haar aan Jan...

2023-12-09
Woordenboekje Nederlandse Jiddisch

H. Beem (1975)

Meer

was is der meer? wat is er aan de hand? wat is er voor nieuws? Nieuwhoogduits Mär(e), tijding; met Middelhoogduits genitief ‘der’.

2023-12-09
Voornamenboek

Dr. Johannes van der Schaar (1964)

Meer

m -> Odmar (Zuid-Ndl.).

2023-12-09
Encyclopedie van Friesland

Prof. Dr. J.H. Brouwer (1958)

MEER

a. (Fr. : mear, Oudfr. : mar). Niet te verwarren met Fr. : de mar, Hollands: het meer. Waterloop, o.a. Langemeer onder Suawoude, Oudemeer bij Lwd., Tsjum, Haskemeer (Jelsumer vaart). Verwant met Middelnederlands ‘mare’ : stilstaand water, M., poel, moeras (Alkmaar, Aalsmeer), met Gronings ‘moar’ (zie Haudmere). Niet: grenss...

2023-12-09
Frysk Wurdboek (Friesch woordenboek)

Fa. A.J. Osinga (1952)

Meer

1. s.n., mar (de). 2. adv., mear; naarsmaken, mearich, smeitsje.

2023-12-09
Duits woordenboek (DU-NL)

Dr. H. W. J. Kroes (1951)

Meer

zee; Schwäbisches Meer, Bodenmeer.

2023-12-09
Groot woordenboek der Nederlandse taal

Van Dale Uitgevers (1950)

Meer

I. (meren), 1. o., (veroud. en dicht.) zee: de zonne zonk in ’t meer. 2. o. en v., binnenwater van enige omvang, inz. een met water gevuld bekken. 3. v., polder ontstaan door het droogleggen van een meer (2.); (gew. inz.) de Haarlemmermeer: hij werkt in de Meer. II. v. (meren), (gew.) merrie. III. I. bw., 1. sterker, in hoge...

2023-12-09
De Kleine Winkler Prins

Winkler Prins (1949)

Meer

uitholling in de bodem, met water gevuld en door land omgeven; o.a. te verdelen in berg-M. en vlakte-M. Men onderscheidt: rivier-M. met toeen afvoer; bron-M., zonder zichtbare watervoeding; steppen-M., dat alleen toevoer heeft en waar het water door verdamping verdwijnt.

2023-12-09
Verklarend handwoordenboek der Nederlandse taal

M. J. Koenen's (1937)

meer

I. 1. o. meren; natuurlijk waterbekken van alle kanten door land ingesloten, dichtzee: de Zwitserse meren; 2. v.; drooggemaakt meer: de Haarlemmermeer. II. onbep. telw. en bw.; comparatief van veel: gij hebt veel boeken, maar hij heeft er meer: meer geld vragen: meer suers dan soets, spreuk van Anna Bijns (1494- ± 1575); ik zal er niet meer...

2023-12-09
Oosthoek encyclopedie

Oosthoek's Uitgevers Mij. N.V (1916-1925)

Meer

Meer - (Jan van der), zie VERMEER VAN DELFT en VERMEER VAN HAARLEM.

2023-12-09
Oosthoek Encyclopedie

Oosthoek's Uitgevers Mij. N.V (1916-1925)

meer

I. bw., 1. sterker, in hogere mate; bij verbale uitdrukkingen: meer dan elk ander leed hij honger; hierbij wordt meer gedacht aan hoeveelheid dan aan aantal; bij bn. en bw., m.n. wanneer een comp. op -er minder welluidend zou wezen: men moet Gode meer gehoorzaam zijn dan de mensen (Hand.5,29); wanneer twee hoedanigheden, toestanden enz. met elkaar...

2023-12-09
Keur van Nederlandsche woordafleidingen

J.Pluim (1911)

Meer

vergr. trap; ’t grondwoord vindt men in ’t Got. mais, en in ’t Lat. magis = groot; meer wil dus zeggen: grooter; vergr. trap is meest; zie Mare.

2023-12-09
Vivat's Geïllustreerde Encyclopedie

J. Kramer (1908)

Meer

1) De M., gehucht in de gemeente Den Ham, Overijsel. 2) Het M., buurt bij Heerenveen, gem. Schoterland, Friesland. 3) Kleine M., dorp in de gem. Sappemeer, Gron.

2023-12-09
Winkler Prins

Anthony Winkler Prins (1870)

Meer

Een meer is eene natuurlijke waterkom, door land omgeven. Veelal wordt een meer gevoed door ééne of meer rivieren, welke er zich in uitstorten, terwijl het desgelijks zich door eene rivier van zijn overtollig water ontlast. Men heeft meren, die wegens hunne uitgebreidheid den naam van zeeën dragen, zooals de Caspische Zee, de grootste van alle (841...