Wat is de betekenis van meedoen?

2024-04-19
Nederlandstalige WikiWoordenboek

Wiktionary (2019)

meedoen

meedoen - Werkwoord 1. (inerg) tegelijk met anderen iets doen Hij wilde graag met het spel meedoen. Woordherkomst samenstelling van mee(bijwoord) en doen(werkwoord) Synoniemen participeren, deelnemen

2024-04-19
Muiswerk Educatief

Muiswerk Educatief (2017)

meedoen

meedoen - onregelmatig werkwoord uitspraak: mee-doen 1. samen met anderen iets doen ♢mag ik meedoen met dat spel? Onregelmatig werkwoord: mee-doen ik doe mee (... ik meedoe) jij/u doet m...

2024-04-19
Bridge Opzoekboek

drs. Toine van Hoof (2017)

meedoen

1. Deelnemen, bijvoorbeeld aan een toernooi. 2. Nog een rol van betekenis spelen. Gezegd van een team, paar of speler in een toernooi wanneer er nog kans is op een hoge klassering. De term ‘niet meer meedoen’ wordt ook gebruikt met betrekking tot een speler of kaart die op zeker moment tijdens het spelen onbelangrijk is geworden. 3. Meebieden.

2024-04-19
Typisch Vlaams woordenboek

Ludo Permentier en Rik Schutz (2015)

meedoen

meenemen Dat kindje zag er superslecht uit, dus ik ging wel iets meedoen voor dat kindje. Maar wat doet die vrouw: 'Ik ga mee gaan, ik ga tonen wat je moet meedoen. Ik wil een verse kip.' (web) Geen Algmeen Nederlands Gangbaarheid: 7 Vlaamsheid: 1

2024-04-19
MOM's lexicon van de opvoedmisstanden

Marga Schiet (2003)

Meedoen

Als het enigszins kan moet je je kind met alles mee laten doen. Natuurlijk is het hartstikke leuk om mee te kunnen doen met de mode en de gebruiken van deze tijd. Het is beter om een kind te leren dat er mooie en leuke spullen bestaan die je best allemaal zou willen hebben, maar dat je niet alles kunt krijgen. Je kunt sparen voor iets moois of het...

2024-04-19
Vlaams-Nederlands woordenboek

Peter Bakema (2003)

meedoen

(deed mee, meegedaan) in België ook: meenemen - dat boek kunt u meedoen

2024-04-19
Zuidnederlands Woordenboek

Walter De Clerck (1981)

meedoen

(Iem., iets) meenemen. Ik doe u nu mee naar mijn villa, BRULEZ 1950, 42. Zij ruilde planten met haar vriendinnetjes, en deed, wanneer zij ging wandelen, een speelgoedschup mee om veldbloemen uit te steken die zij dan in haar tuin overplantte, DURNEZ z.j. (± 1958), 59. Ik kijk naar de konijnen, vette beesten, ik streel hun oren. Vroeger zou...

2024-04-19
Zuid-afrikaans woordenboek

H.J. Terblanche - M.A., D. Litt

meedoen

meegedoen, saamdoen met ander; saam deelneem.

Wil je toegang tot alle 14 resultaten?

Ja, ik word vriend van Ensie!
2024-04-19
Frysk Wurdboek (Friesch woordenboek)

Fa. A.J. Osinga (1952)

Meedoen

v., meidwaen, dielnimme; flink —, net swak byspylje, jin der goed by jaen; ergens aan, earne mei ynsitte; niet meer mogen(bij spel), der ôf reitsje, wêze.