maten
maten - Werkwoord 1. meervoud verleden tijd van meten ♢Wij maten ♢Jullie maten ♢Zij maten maten - Zelfstandignaamwoord 1. meervoud van het zelfstandig naamwoord maat Synoniemen maats
Wiktionary (2019)
maten - Werkwoord 1. meervoud verleden tijd van meten ♢Wij maten ♢Jullie maten ♢Zij maten maten - Zelfstandignaamwoord 1. meervoud van het zelfstandig naamwoord maat Synoniemen maats
Oosthoek (1984)
reeks Kempense laagveenvijvers langs de Achterbeek, in de gemeenten Diepenbeek en Genk. De Maten zijn ten dele gemeentelijk eigendom en privaat bezit, terwijl de rest eigendom is van de ‘Belgische Natuur- en Vogelreservaten’. Deze vereniging beheert het gehele, 220 ha grote reservaat. Het landschap bestaat uit een reeks evenwijdige duin...
J. Hagers (1910)
Maten - vergelijking tusschen metrische en Engelsche maten en omgekeerd, f 1.25. Deventer. A. E. Kluwer.
Gerelateerde zoekopdrachten
Log hier in om direct te kunnen beginnen met schrijven.
Wil je dit begrip toevoegen aan je favorieten? Word dan snel vriend van Ensie en geniet van alle voordelen: