Wat is de betekenis van massief?

massief - Bijvoeglijk naamwoord 1. niet open, hol, maar dicht en één geheel 2. (medisch) sterk massief - Zelfstandignaamwoord 1. (geologie) oude afgevlakte berggroep

massief - bijvoeglijk naamwoord uitspraak: mas-sief 1. helemaal gevuld ♢deze ring is van massief goud 2. stevig en groot ♢er wordt in Antwerpen een massief gebouw neergezet Bijvoeglij...

Een vorm die niet hol is.

Massief is: 1) een eigenschap van een 3-dim vorm (1) die van binnen niet hol is maar overal uit materiaal bestaat; bijv. een pak klei; 2) een 2,3-dim vorm die de indruk wekt massief (1) te zijn.

[Fr. massif; zie massa] I. zn (geol.) lang geleden geplooid gebied (eventueel later weer geëffend), berghoogten die een compact geheel vormen; II. bn van binnen niet hol; stevig, hecht, sterk.

Uitgestrekt, uit kristallijne gesteenten opgebouwd gedeelte van de aardkorst, waarvan de sedimenten door erosie zijn weggevoerd. Een massief is relatief oud. Als gevolg van sterke vervorming of hoge druk is het vaak ook star geworden.

nie hol nie; stewig, sterk, heg.

sterk, vast; gedegen; niet hol; zwaar; log; onbehouwen

adj., massyf; een — stuk hout in, ien knoffel hout.