marmeren
marmeren - Werkwoord 1. (ov) zodanig behandelen dat iets op marmer gaat lijken marmeren - Bijvoeglijk naamwoord 1. van marmer gemaakt of daarmee bekleed Woordherkomst afgeleid van marmer met het achtervoegsel -en Verwante begrippen aderen
Wiktionary (2019)
marmeren - Werkwoord 1. (ov) zodanig behandelen dat iets op marmer gaat lijken marmeren - Bijvoeglijk naamwoord 1. van marmer gemaakt of daarmee bekleed Woordherkomst afgeleid van marmer met het achtervoegsel -en Verwante begrippen aderen
Rijksdienst voor het cultureel erfgoed (2019)
Het voorstellen van gepolijst marmer met schilderkunstige middelen zoals verf en vernis. Vaak zijn platen en stroken voorgesteld overeenkomstig de wijze van verwerken van echt marmer. Kleurbedoelingen en aderverloop zijn onbeperkt beheersbaar en te bereiken. Nederlandse handwerkslieden plachten in deze kunst uit te munten, getuige de lof die de Zwe...
Muiswerk Educatief (2017)
marmeren - bijvoeglijk naamwoord uitspraak: mar-me-ren 1. gemaakt van marmer ♢wij hebben een tafel met een marmeren blad Bijvoeglijk naamwoord: mar-me-ren
Douwe Brongers & Désirée Raemaekers (2004)
Schildertechniek waarbij aders en kleuren als van marmer op een oppervlak worden geschilderd om echt marmer te immiteren, bijvoorbeeld op zuilen of schoorsteenmantels.
Frans van Lier (1987)
Het kleuren van papier zodat het op marmer gaat lijken. Gemarmerd papier wordt nog wel eens gebruikt voor schutbladen.
Jan Durdik en anderen (1970)
decoratietechniek door de Chinezen vanaf de T’ang-dynastie bij aardewerk toegepast. Hierbij worden verschillend gekleurde kleisoorten gemengd, zodat het oppervlak een gemarmerd of agaatachtig effect krijgt en vervolgens met een transparant loodglazuur overtrokken. Een andere techniek bestond uit het bedekken van het oppervlak met verschillend...
Van Dale Uitgevers (1950)
I. bn., van marmer (vervaardigd): een marmeren schoorsteenmantel; — (fig.) hard, onaandoenlijk enz. als marmer. II. (marmerde, heeft gemarmerd), als marmer verven, kleuren: gemarmerd papier; een houten schoorsteen marmeren.
M. J. Koenen's (1937)
1. marmerde, heeft gemarmerd; marmerkleurig verven: een houten schoorsteenmantel marmeren; 2. bn.; (als) van marmer: een marmeren zuil; een marmeren voorhoofd.
Log hier in om direct te kunnen beginnen met schrijven.
Wil je dit begrip toevoegen aan je favorieten? Word dan snel vriend van Ensie en geniet van alle voordelen: