Wat is de betekenis van Marchin?

2024-04-25
De Kleine Winkler Prins

Winkler Prins (1949)

Marchin

gemeente in België, prov. Luik. 2194 ha, 4524 inw. Landbouw, veeteelt, metaalindustrie.

2024-04-25
Katholieke Encyclopaedie

Uitgeverij Joost van den Vondel (1933-1939)

Marchin

Gem. in het W. van de prov. Luik, ten Z. van Hoei, aan den linkeroever van de Hoyoux (XVI 704 B/C3); opp. 2 194 ha, ruim 5 000 inw. (vnl. Kath.); heuvelachtige en rotsachtige omgeving, steengroeven; papier- en ijzerindustrie; landbouwcultuur en veeteelt. Kasteelen van Marchin en van Grand Marchin. Oude heerlijkheid, die over groote vrijheden beschi...

2024-04-25
Modern Woordenboek

Jozef Verschueren (1930)

Marchin

(mar’sjɛ̃) I. gemeente in de provincie Luik 2194 ha, 4694 inw. Metaalnijverheid. II.(Ferdinand, hertog van) Frans maarschalk, ° 1656 te Luik, werd in de Spaanse Erfopvolgingsoorlog verslagen 1704 bij Höchstädt, 1706 bij Turijn, waar hij sneuvelde.

2024-04-25
Oosthoek Encyclopedie

Oosthoek's Uitgevers Mij. N.V (1916-1925)

Marchin

Belg. gemeente in de prov. Luik (arr. Hoei), 28 km2, 4400 inw. Marchin is een verstedelijkte gemeente met een zwakke pendel. De industrie omvat ijzeren staalindustrie, metaalverwerking en bouwnijverheid. Van het landbouwareaal (stenige leemgronden) is 65 % grasland. Bezienswaardig zijn de gotische kerk (13e—14e eeuw), kastelen te Marchin...

2024-04-25
Vivat's Geïllustreerde Encyclopedie

J. Kramer (1908)

Marchin

belgisch stadje, prov. Luik, aan de Hoyoux, met ijzerwerken; 5400 inw.