mannen
mannen - Werkwoord 1. mannen - Zelfstandignaamwoord 1. meervoud van het zelfstandig naamwoord man
Adverteer een jaar exclusief op dit woord!
Nederlandstalige WikiWoordenboek
mannen - Werkwoord 1. mannen - Zelfstandignaamwoord 1. meervoud van het zelfstandig naamwoord man
Marc De Coster
Kan soms een eufemisme zijn voor homoseksuelen. Kijk onder homofiel*. Mannen die prostituees bezoeken, politiek correcte term voor hoerenlopers. Uit deze laatste term spreekt namelijk morele veroordeling, afkeuring. De pooiers doen noodgedwongen aan upgrading en worden op hun wenken bediend; overal heten ze tegenwoordig ‘seksexploitanten’. Op de ra...
Art & Architecture Thesaurus
mannen - Verwijst naar mannelijke personen vanaf jonge volwassenheid tot gevorderde leeftijd.
Nederlandse encyclopedie
(mande, heeft gemand), 1. de baas blijven, aankunnen: ik zal hem wel mannen; hij zal dat werk wel mannen, in orde brengen; 2. van man tot man (d.i. van hand tot hand) overgeven (b.v. bij het lossen en laden van kleine voorwerpen).
Nederlands woordenboek (7e druk - 1950)
(mande, heeft gemand), 1. de baas blijven, aankunnen : ik zal hem wel mannen; hij zal dat werk wel mannen, in orde brengen; 2. (scheepst.) van man tot man (d.i. van hand tot hand) overgeven (b.v. bij het lossen en laden van kleine voorwerpen).
M. J. Koenen's Verklarend handwoordenboek
mande, heeft gemand; beheersen, aan kunnen: die boot kun je alleen niet mannen.
Groot woordenboek der Nederlandsche taal
MANNEN, (mande, heeft gemand), een man nemen, trouwen; — (zeew.) bemannen (een schip); — van man tot man (d i. van hand tot hand) overgeven (b. v. bij het lossen en laden van kleine voorwerpen).
Log hier in om direct te kunnen beginnen met schrijven.