Wat is de betekenis van manen?

2024-04-19
Nederlandstalige WikiWoordenboek

Wiktionary (2019)

manen

manen - Werkwoord 1. (ov) gebieden iets te doen De moeder maande haar kinderen de troep op te ruimen. manen - Zelfstandignaamwoord 1. meervoud van het zelfstandig naamwoord maan 2. meervoud de ruige beharing op de nek van een leeuw of van een paard Verwante begrippen...

2024-04-19
Muiswerk Educatief

Muiswerk Educatief (2017)

manen

manen - regelmatig werkwoord uitspraak: ma-nen 1. proberen iemand iets te laten doen ♢hij maande ons voorzichtig te zijn Regelmatig werkwoord: ma-nen ik maan jij/u maant ...

2024-04-19
Surinaams woordenboek

J. van Donselaar (1936)

manen

(mv.), (ook:) ponyhaar als dracht. -tym.: AN m. = het lange haar in de nek van sommige dieren, i.h.b. paarden. De vergelijking heeft hier betr. op de manen die bij sommige paarden (i.h.b. pony’s) over het voorhoofd hangen.

2024-04-19
Agrarisch Encyclopedie

Veerman (1954)

Manen

Lange beschuttende haren, die op de bovenrand van de hals zijn ingeplant vanaf de maantop tot aan de schoft en terzijde van de hals neerhangen, t.w. bij rijpaarden bij voorkeur aan de linkerzijde van de hals, bij spanpaarden links of rechts aan de buitenzijde. Hangen de manen aan beide zijden af, dan spreekt men van dubbele manen.

2024-04-19
Frysk Wurdboek (Friesch woordenboek)

Fa. A.J. Osinga (1952)

Manen

v., (oan)moanje, oanstean, oankringe; — tot betalen, ribbeklopje.

2024-04-19
Duits woordenboek (DU-NL)

Dr. H. W. J. Kroes (1951)

Manen

geesten (der afgestorvenen).

2024-04-19
Woordenboek Nederlands-Turks

Mehmet Kiriş (2024)

2024-04-19
Groot woordenboek der Nederlandse taal

Van Dale Uitgevers (1950)

Manen

I. v. mv., (dicht, ook enk. maan), het lange haar in de nek van sommige dieren, inz. bij paarden en leeuwen; II. v. mv., waterplanten in uitgeveende plassen; III. (Lat. manes), m. mv., (bij de Romeinen) geesten der afgestorvenen; IV. (maande, heeft gemaand), 1. iem. met aandrang herinneren aan een verplichting, hem opwekken tot he...

Wil je toegang tot alle 17 resultaten?

Ja, ik word vriend van Ensie!
2024-04-19
Verklarend handwoordenboek der Nederlandse taal

M. J. Koenen's (1937)

manen

I. v. mv.; lange nekharen van dieren: de manen van een leeuw, een paard; in Z.-N. ook enkelv. maan, mane, v. II. maande, heeft gemaand; met aandrang herinneren aan een schuld, inz. aanporren tot betaling; Z.-N. ontbieden, uitnodigen: den duivel manen, bezweren. III. Lat. manes, m. mv., bij de Rom.: geesten der afgestorvenen.