Wat is de betekenis van mallotig?

2024-03-29
Nederlandstalige WikiWoordenboek

Wiktionary (2019)

mallotig

mallotig - Bijvoeglijk naamwoord 1. zoals een gek zou doen; overdreven en onnozel En dan lees ik in de krant dat Nederlanders dankzij het echt heel erg mooie liedje het songfestival weer zijn gaan waarderen. Het songfestival was op zijn retour, niemand keek er meer naar omdat de muziek op het festival zo ...

2024-03-29
Groot woordenboek der Nederlandse taal

Van Dale Uitgevers (1950)

Mallotig

bn., mal, idioot: doe toch niet zo malloterig.

2024-03-29
Modern Woordenboek

Jozef Verschueren (1930)

mallotig

bn. en bw. als een malloot.

2024-03-29
Oosthoek Encyclopedie

Oosthoek's Uitgevers Mij. N.V (1916-1925)

mallotig

bn. en bw., mal, idioot: doe niet zo mallotig.

2024-03-29
Groot woordenboek der Nederlandsche taal

J.H. van Dale (1898)

Mallotig

MALLOTIG, MALLOTERÏG, bn. bw. mal, idioot: doe toch niet zoo malloterig.