malen
(2004) (jeugd) (imperatief gebruikt) doe normaal! • Na een tijdje merkten ze dat ik zat te luisteren. 'Mááleh!' gierden ze en vroegen toen of ik verliefd was op mijn verloofde. (Yvonne Kroonenberg: Wat rijmt op huwelijk? 2004)
Marc De Coster (2020-2024)
(2004) (jeugd) (imperatief gebruikt) doe normaal! • Na een tijdje merkten ze dat ik zat te luisteren. 'Mááleh!' gierden ze en vroegen toen of ik verliefd was op mijn verloofde. (Yvonne Kroonenberg: Wat rijmt op huwelijk? 2004)
Wiktionary (2019)
malen - Werkwoord 1. (ov) tussen twee harde voorwerpen fijnwrijven ♢ Ik heb verse koffie gemalen. 2. (ov) (voeding) (water) uitpompen met een molen of gemaal 3. (ov) kauwen malen - Werkwoord 1. (intr) vervelende gedachten door het hoofd laten gaan tobben 2. (verouderd) sch...
Muiswerk Educatief (2017)
malen - regelmatig werkwoord uitspraak: ma-len 1. iets fijn maken ♢koffiebonen moet je eerst malen 2. niet kunnen stoppen met nadenken ♢hij ligt maar te malen over die fout ...
Marc De Coster (2017)
Malen - op een soepele wijze en in een gelijkmatig tempo fietsen. Fr. mouliner, tricoter, pédaler.
Gerelateerde zoekopdrachten
Log hier in om direct te kunnen beginnen met schrijven.
Wil je dit begrip toevoegen aan je favorieten? Word dan snel vriend van Ensie en geniet van alle voordelen: