Wat is de betekenis van Maken?

2024-03-28
Woordenboek van Populair Taalgebruik

Marc De Coster (2020-2024)

maken

1) (1964) (inf.) versieren. Onder invloed van het Engels (to make someone). • We rookten samen de sticks op en ik wilde haar maken, kost wat kost. (Jan Cremer: Ik Jan Cremer. Eerste boek. 1964) 2) (1998) (Belgisch-Limburg, straattaal) seks hebben (met iemand). • Maken: passe-partoutwerkwoord; (onder meer) seks hebben met;...

2024-03-28
Nederlandstalige WikiWoordenboek

Wiktionary (2019)

maken

maken - Werkwoord 1. (ov) in elkaar zetten Hij was een houten meubel aan het maken. 2. (ov) ervoor zorgen dat iets weer werkt De jongen vroeg aan zijn vader of die zijn trein kon maken. 3. (ov) optellen tot een bepaald bedrag ...

2024-03-28
Muiswerk Educatief

Muiswerk Educatief (2017)

maken

maken - regelmatig werkwoord uitspraak: ma-ken 1. weer in orde brengen, zorgen dat het heel wordt ♢wil jij deze scheur maken? 2. zorgen dat iemand iets wordt ♢je maakt me erg blij met dit cadeau...

Wil je toegang tot alle 20 resultaten?

Ja, ik word vriend van Ensie!
2024-03-28
Bridge Opzoekboek

drs. Toine van Hoof (2017)

maken

1. Van een slag: winnen (door de hoogste kaart of hoogste troef bij te spelen). 2. Van een contract: vervullen, d.w.z. ten minste het aantal trekken winnen dat in het contract genoemd is. 3. Van een kaart: er een slag mee winnen.