make-up
(zelfstandig naamwoord) [alg.] opmaak; cosmetica - Door haar opmaak konden zijn ogen niet genoeg krijgen van haar gezicht. - Ook voor cosmetica geldt meest: minder is meer.
Frens Bakker, Els Ruijsendaal, Paul Uljé, Dick van Zijderveld (2022)
(zelfstandig naamwoord) [alg.] opmaak; cosmetica - Door haar opmaak konden zijn ogen niet genoeg krijgen van haar gezicht. - Ook voor cosmetica geldt meest: minder is meer.
Wiktionary (2019)
make-up - Zelfstandignaamwoord 1. (cosmetica) schoonheidsproducten die worden gebruikt voor het in orde maken van het gezicht, ogen ♢ Ze gaat nooit de deur uit zonder een flinke laag make-up.
Muiswerk Educatief (2017)
make-up - zelfstandig naamwoord uitspraak: meek-up 1. spullen waarmee je je gezicht opmaakt ♢in de make-uptas zat alleen lippenstift en poeder Zelfstandig naamwoord: meek-up de make-up Synoniemen co...
A. Kolsteren en Ewoud Sanders (1994)
[Eng. = opmaak] deel van gelaatsverzorging dat de verfraaiing van het gelaat tot doel heeft, en wel met behulp van bep. cosmetica (z.a.).
Uitgeversmaatschappij A. Manteau N.V. (1954)
Dr. F.P.H. van Wely (1951)
1. samenstelling; gestel; gesteldheid; aankleding, uitvoering, verzorging [v. boek]; 2. grime; vermomming; 3. ’t opmaken, opmaak; 4. verzinsel.
Van Dale Uitgevers (1950)
(Eng.), m., 1. het verven enz. van het gezicht; — het schminken van acteurs; 2. (concreet) opmaaksel: mijn make-up is bedorven.
Gerelateerde zoekopdrachten
Log hier in om direct te kunnen beginnen met schrijven.
Wil je dit begrip toevoegen aan je favorieten? Word dan snel vriend van Ensie en geniet van alle voordelen: