Wat is de betekenis van Maidenspeech?

2023-04-02
Op-en-top Nederlands

Frens Bakker, Els Ruijsendaal, Paul Uljé, Dick van Zijderveld (2022)

maidenspeech

(zelfstandig naamwoord) [alg.] intreerede, aantreedrede, debuutrede, spreekdebuut - In zijn debuutrede vertelde het nieuwbakken Kamerlid: 'Ik ben populist en daar ben ik trots op.'

Lees verder
2023-04-02
Nederlandstalige WikiWoordenboek

Wiktionary (2019)

maidenspeech

maidenspeech - Zelfstandignaamwoord 1. de eerste rede die iemand uitspreekt na de ambtsaanvaarding Van Goethem, die vandaag zijn maidenspeech geeft en naar eigen zeggen niet de minste zenuwen voelt, benadrukt voor alle duidelijkheid dat het om een ‘los en theoretisch maar niettemin interessant idee’...

Lees verder
2023-04-02
Begrippenlijst Staten Generaal

Staten Generaal (2017) Commissie van Toezicht op de Inlichtingen – en Veiligheidsdienst

Maidenspeech

De maidenspeech is de eerste toespraak van een Kamerlid in een plenaire vergadering, hierbij mogen de andere Kamerleden hem of haar niet onderbreken.

2023-04-02
Begrippenlijst Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer (1996)

Maidenspeech

Eerste toespraak van een Kamerlid in een plenaire vergadering, hierbij mogen de andere Kamerleden hem of haar niet onderbreken.

2023-04-02
De vreemde woorden.
woordenboek

Fokko Bos, Dr. O. Noordenbos (1955)

Maidenspeech

eerste rede, vooral van een parlementslid

2023-04-02
Groot woordenboek der Nederlandse taal

Van Dale Uitgevers (1950)

Maidenspeech

(Eng.), v. (-es), eerste redevoering door een volksvertegenwoordiger als zodanig gehouden.

2023-04-02
Encyclopedie voor Iedereen

John Kooy (1933)

Maidenspeech

(Eng.), eerste redevoering, d/e lid v/e openbaar vertegenwoordigend lichaam in die kwaliteit gehouden.

2023-04-02
Wetenswaardig Allerlei

T. Pluim (1922)

Maidenspeech

Maidenspeech (Engels; spr. uit: meed'n-spietsj, oftewel maagdelijke redevoering). Aldus noemt men naar Engels voorbeeld de eerste rede die een (nieuw gekozen) lid in de Staten-Generaal houdt.

2023-04-02
Vreemde woorden woordenboek

Fokko Bos (1914)

maidenspeech

maidenspeech - v., eerste rede, vooral van een parlementslid.

2023-04-02
De kleine Zuiveraar - vreemde woorden woordenboek

G.F. Callenbach (1908)

Maidenspeech

eerste redevoering.

2023-04-02
Wink's vreemde woordenboek

dr. Jan Romein (1906)

Maidenspeech

vr. Eng., eerste rede, debuut inz. van een kamerlid of minister (maid — maagd).

2023-04-02
Groot woordenboek der Nederlandsche taal

J.H. van Dale (1898)

Maidenspeech

Maidenspeech (Eng.), v. (-es), eerste redevoering door een volksvertegenwoordiger als zoodanig gehouden.