Wat is de betekenis van magnifiek?

2024-04-19
Nederlandstalige WikiWoordenboek

Wiktionary (2019)

magnifiek

magnifiek - Bijvoeglijk naamwoord 1. geweldig, groots, enorm 2. schitterend, beeldschoon, prachtig Het magnifieke vuurwerk was een goed begin van het nieuwe jaar. Woordherkomst afgeleid van het Franse magnifique

2024-04-19
Muiswerk Educatief

Muiswerk Educatief (2017)

magnifiek

magnifiek - bijvoeglijk naamwoord uitspraak: man-je-fiek 1. heel erg goed of leuk ♢ik vind dat kostuum magnifiek Bijvoeglijk naamwoord: man-je-fiek ... is magnifieker dan ... het magnifi...

2024-04-19
Woordenboek vreemde woorden

A. Kolsteren en Ewoud Sanders (1994)

Magnifiek

[Lat. magnificus = groots, pralend, van magnus = groot] prachtig, luisterrijk.

2024-04-19
Vreemd Nederlands

Jan Meulendijks (1993)

Magnifiek

schitterend

2024-04-19
De vreemde woorden

Fokko Bos, Dr. O. Noordenbos (1955)

Magnifiek

prachtig, schitterend, kostbaar.

2024-04-19
Groot woordenboek der Nederlandse taal

Van Dale Uitgevers (1950)

Magnifiek

(<Fr.), bn. bw. (-er, -st), prachtig, luisterrijk, heerlijk.

2024-04-19
Kramers woordentolk

Jacon Kramers Jz (1948)

magnifiek

(manjie-) prachtig, luisterrijk, heerlijk.

2024-04-19
Verklarend handwoordenboek der Nederlandse taal

M. J. Koenen's (1937)

magnifiek

bn., bw.; (Fr. magnifique, Lat. magnificus): prachtig, luisterrijk, heerlijk: een magnifiek schouwspel.

Wil je toegang tot alle 15 resultaten?

Ja, ik word vriend van Ensie!
2024-04-19
Vreemde woordenboek

S. van Praag (1937)

magnifiek

prachtig.