magnifiek
magnifiek - Bijvoeglijk naamwoord 1. geweldig, groots, enorm 2. schitterend, beeldschoon, prachtig ♢ Het magnifieke vuurwerk was een goed begin van het nieuwe jaar. Woordherkomst afgeleid van het Franse magnifique
Wiktionary (2019)
magnifiek - Bijvoeglijk naamwoord 1. geweldig, groots, enorm 2. schitterend, beeldschoon, prachtig ♢ Het magnifieke vuurwerk was een goed begin van het nieuwe jaar. Woordherkomst afgeleid van het Franse magnifique
Muiswerk Educatief (2017)
magnifiek - bijvoeglijk naamwoord uitspraak: man-je-fiek 1. heel erg goed of leuk ♢ik vind dat kostuum magnifiek Bijvoeglijk naamwoord: man-je-fiek ... is magnifieker dan ... het magnifi...
M. J. Koenen's (1937)
bn., bw.; (Fr. magnifique, Lat. magnificus): prachtig, luisterrijk, heerlijk: een magnifiek schouwspel.
Gerelateerde zoekopdrachten
Log hier in om direct te kunnen beginnen met schrijven.
Wil je dit begrip toevoegen aan je favorieten? Word dan snel vriend van Ensie en geniet van alle voordelen: