magazijn
(18e eeuw, vero.) (euf.) vrouwelijk geslachtsdeel. Zie ook: snaphaan*. • Voor 't laatste, tot besluit wens ik u altijd kruit en dat uw bruidjes magazijn mag vrucht voortbrengen zonder pijn. (Gekroon Batavia. 1767)
Marc De Coster (2020-2024)
(18e eeuw, vero.) (euf.) vrouwelijk geslachtsdeel. Zie ook: snaphaan*. • Voor 't laatste, tot besluit wens ik u altijd kruit en dat uw bruidjes magazijn mag vrucht voortbrengen zonder pijn. (Gekroon Batavia. 1767)
Wiktionary (2019)
magazijn - Zelfstandignaamwoord 1. (handel) opslagplaats voor grote hoeveelheden goederen in winkels, fabrieken e.d 2. winkel met groot assortiment 3. (militair) ruimte in een vuurwapen om meerdere patronen tegelijkertijd in op te bergen Synoniemen [1] depot, opslagplaats, pakhuis Verwante begrippen provisiekamer, prov...
Muiswerk Educatief (2017)
magazijn - zelfstandig naamwoord uitspraak: ma-ga-zijn 1. ruimte waar een voorraad winkelspullen is opgeslagen ♢ik zal even in het magazijn kijken of we uw maat nog hebben 2. ruimte in een geweer of pistool waar de patronen zitt...
dr. P.J. van Swigchem en E.J. Slot (1990)
1. ruimte in een bibliotheek die is ingericht voor de opslag van de collecties. 2. doorgaans bij een publieke afdeling behorende ruimte waar de minder gebruikte boeken of andere documenten zijn opgesteld; alleen toegankelijk voor het personeel.
Walter De Clerck (1981)
In toep. op een groot winkelbedrijf: winkel, zaak; in ’t bijz. in toep. op een groot winkelbedrijf met verschillende afdelingen: warenhuis; vaak in verb. als de grote magazijnen. Hij slenterde door de drukke handelsstraten, keek in het uitstalraam van een groot magazijn naar zijn spiegelbeeld, VAN AKEN 1958, 53. Nu willen magazijnen e...
Gerelateerde zoekopdrachten
Log hier in om direct te kunnen beginnen met schrijven.
Wil je dit begrip toevoegen aan je favorieten? Word dan snel vriend van Ensie en geniet van alle voordelen: