Wat is de betekenis van macula?

2024-04-25
Nederlandstalige WikiWoordenboek

Wiktionary (2019)

macula

macula - Zelfstandignaamwoord 1. (medisch) een gele vlek op het netvlies van oog

2024-04-25
Woordenboek vreemde woorden

A. Kolsteren en Ewoud Sanders (1994)

Macula

[Lat.] vlek, smet; - coerulea, typisch vlekje t.g.v. vlooiebeet.

2024-04-25
Biologische encyclopedie

G. Th. van Kempen (1974)

macula

(L.,) 1. Macula acustica, plaats met zintuigepitheel in inwendig oor, bij gewervelde dieren opgebouwd uit zintuigen steuncellen. Door het buigen van de zintuigharen worden de hoek en de snelheid van de bewegingen van het hoofd geregistreerd. 2. Macula lutea, deel van netvlies van gewervelde dieren, rijk aan kegeltjes (gele vlek), voor waarneming va...

2024-04-25
De vreemde woorden

Fokko Bos, Dr. O. Noordenbos (1955)

Macula

vlek

2024-04-25
Eerste Medisch Systematische Ingerichte Encyclopedie

Uitgeversmaatschappij A. Manteau N.V. (1954)

Macula

Lat. voor vlek.

2024-04-25
Woordenboek Engels (EN-NL)

Dr. F.P.H. van Wely (1951)

macula

vlek [op huid of zon].

2024-04-25
Woordenboek Nederlands -Latijn

Dr. J.F.L. Montijn (1949)

Măcŭla

ae, f. vlek (vooral die iets bederft); overdr., schandvlek, smet. | maas (van een net).

2024-04-25
Geneeskundig woordenboek (EN-NL)

dr. mr. W. Schuurmans Stekhoven (1949)

macula

macule, macula, vlekje; m. corneae hoornvliesvlek; macula lulea gele vlek (netvlies); macula Solaris zomersproet; bijv. nw. maculate, macular; maculation gevlekt zijn.

Wil je toegang tot alle 17 resultaten?

Ja, ik word vriend van Ensie!
2024-04-25
Spaans woordenboek (SP-NL)

Dr. C.F.A. van Dam (1948)

Mácula

f. vlek; smet.