macro-economie
macro-economie - Zelfstandignaamwoord 1. (economie) de economie op grote schaal ♢ Dit zal de macro-economie echter nauwelijks beïnvloeden. Woordherkomst afgeleid van economie met het voorvoegsel macro- Antoniemen micro-economie
Wiktionary (2019)
macro-economie - Zelfstandignaamwoord 1. (economie) de economie op grote schaal ♢ Dit zal de macro-economie echter nauwelijks beïnvloeden. Woordherkomst afgeleid van economie met het voorvoegsel macro- Antoniemen micro-economie
W. Hulleman & A.J. Marijs (2017)
Onderdeel van het vak economie, waarin de bestudering van de verbanden tussen geaggregeerde grootheden vooropstaat. Voorbeelden van zulke variabelen zijn: nationaal inkomen, werkgelegenheid, consumptie, investeringen en inflatie.
Frits Conijn & R.M. van Poll (2003)
macro-economie - De wetenschap van een economisch systeem in zijn totaliteit. Hierin wordt met name aandacht besteed aan groei van het bruto nationaal product, de inflatie, werkgelegenheid en andere algemene eenheden en factoren.
Redactie Ensie (1990)
De macro-economie let op het gedrag van de gezamenlijke gezinshuishoudingen en ondernemingen. Ze houdt zich bezig met onderwerpen als het algemeen prijspeil en de inflatie, de nationale consumptie, het nationaal inkomen, de economische groei en werkgelegenheid.
Oosthoek's Uitgevers Mij. N.V (1916-1925)
v., onderdeel van de economie dat betrekking heeft op de werking van volkshuishoudingen of grote delen daarvan. In de macro-economie beschouwt men de betrekkingen tussen grote sectoren van de volkshuishouding d.w.z. groepen huishoudingen, zoals produktiehuishoudingen, consumptiehuishoudingen, financiële instellingen, de overheid, het buitenlan...
Gerelateerde zoekopdrachten
Log hier in om direct te kunnen beginnen met schrijven.
Wil je dit begrip toevoegen aan je favorieten? Word dan snel vriend van Ensie en geniet van alle voordelen: