Wat is de betekenis van Macho?

2024-04-20
Nederlandstalige WikiWoordenboek

Wiktionary (2019)

macho

macho - Zelfstandignaamwoord 1. man die zich hanig, stoer tegenover vrouwen gedraagt macho - Bijvoeglijk naamwoord 1. hanig Antoniemen mietje, doetje, watje Verwante begrippen gorilla, testosteron

2024-04-20
Muiswerk Educatief

Muiswerk Educatief (2017)

macho

macho - zelfstandig naamwoord uitspraak: mat-sjo 1. overdreven stoere man ♢deze macho doet alsof hij nooit een fout maakt Zelfstandig naamwoord: mat-sjo de macho de macho's ...

2024-04-20
Scheldwoordenboek

Marc de Coster (2007)

Macho

(Spaans) man die zich overdreven stoer gedraagt; hanig type; vrouwenversierder of stoere homo. In de Latijns-Amerikaanse landen waarderend gebruikt (voor een man die veel waarde hecht aan zijn mannelijke eigenschappen en die dan ook graag toont), maar in onze contreien, met name onder post-feministen, vooral een scheldwoord geworden voor iemand die...

2024-04-20
Woordenboek van Neologismen

Marc de Coster (1999)

Macho

Macho - (Sp.), als zelfstandig naamwoord: man die zich stoer gedraagt; hanig type. In de Latijns-Amerikaanse landen waarderend gebruikt, maar in onze contreien, met name onder post-feministen, vooral een scheldwoord geworden. Machismo noemt men het gedrag van een macho. Macho. Op de Nederlandse Antillen en in Zuid-Amerika is de aanduiding ‘macho’...

2024-04-20
Woordenboek vreemde woorden

A. Kolsteren en Ewoud Sanders (1994)

Macho

[Sp.] I zn man die zich overdreven mannelijk, stoer en heerszuchtig gedraagt; II bn een dergelijk gedrag vertonend, machoch of machochel (Z.N.) vette dikke vrouw (vgl. ook pieremachochel).

2024-04-20
Vreemd Nederlands

Jan Meulendijks (1993)

Macho

stoere man; hanig

2024-04-20
Woordenboek Nederlands-Turks

Mehmet Kiriş (2024)

2024-04-20
Spaans woordenboek (SP-NL)

Dr. C.F.A. van Dam (1948)

Macho

m. mannetje, mannelijk dier; muil(ezel), muildier; haak (tgr. oog); domoor, dwaas.

Wil je toegang tot alle 9 resultaten?

Ja, ik word vriend van Ensie!
2024-04-20
Etymologisch Woordenboek

Amsterdam University Press (2024)