Wat is de betekenis van maaswerk?

2024-04-18
Nederlandstalige WikiWoordenboek

Wiktionary (2019)

maaswerk

maaswerk - Zelfstandignaamwoord 1. netwerk (van mazen en knooppunten) 2. de stenen versiering in geometrische patronen in het boogveld van gotische vensters en nissen. Woordherkomst samenstelling van maas en werk Synoniemen [2] traceerwerk, tracering

2024-04-18
ABC van de kunst

Douwe Brongers & Désirée Raemaekers (2004)

Maaswerk

Decoratieve gemetselde patronen in de architectuur, zoals de ornamenten bovenin spitsboogvensters in gotische kerken. Kan open of gesloten zijn.

2024-04-18
Lexicon voor de kunstvakken

Wouter van Boesschoten, Wieneke van Breukelen, Ton Konings m.m.v Henriette Coppens, Eefje Lonis, Jos van Waterschoot & Simon Wienke (2002)

maaswerk

Maaswerk is: 1) een opengewerkt oppervlak in een bep. patroon (1); zowel in hout (1), steen als textiel; 2) een bouwornament in de gotiek; wanneer twee vensters door een gemeenschappelijke boog worden verbonden, ontstaat er onder deze boog een vlak (2) dat wordt gevuld met maaswerk (1).

2024-04-18
De grote encyclopedie van het antiek

Jan Durdik en anderen (1970)

Maaswerk

zie Tracering.

2024-04-18
Kunstgeschiedenis

Amsterdam Boek (1959)

Maaswerk

(tracering), vlechting van metselwerk tot decoratieve vulling.

2024-04-18
Verklarend handwoordenboek der Nederlandse taal

M. J. Koenen's (1937)

maaswerk

o.; het mazen; netwerk uit mazen bestaande; gemaasd werk; bouwk. samenstel van geometrische figuren tot aanvulling van lege tussenruimten, vooral in het boogveld boven Gotische vensters en deuren.

2024-04-18
Katholieke Encyclopaedie

Uitgeverij Joost van den Vondel (1933-1939)

Maaswerk

(Fr. remplage; D. Masswerk; Eng. tracery), ook traceering genoemd, is in de architectuur de technische term voor de opengewerkte steenen platen, welke als versiering in het spitsboogvak van een venster zijn aangebracht. ➝ Roosvenster. Lit.: Viollet-le-Duc, Dict. raisonné de l'archit. (V 365-419). p. Gerlachus.

2024-04-18
Modern Woordenboek

Jozef Verschueren (1930)

maaswerk

('ma:s) o. 1. Eig. het mazen 2. Metn. netwerk uit mazen bestaande 3. Metf. [van 2] maaswerkachtige versiering in gotische boogvelden.

Wil je toegang tot alle 10 resultaten?

Ja, ik word vriend van Ensie!
2024-04-18
Oosthoek Encyclopedie

Oosthoek's Uitgevers Mij. N.V (1916-1925)

maaswerk

o., 1. handeling van het mazen; 2. netwerk, gemaasd werk.