Wat is de betekenis van maar?

2024-04-20
Nederlandstalige WikiWoordenboek

Wiktionary (2019)

maar

maar - Voegwoord (nevenschikkend) 1. tegenwerping, introduceert een zin(sdeel) dat het voorgaande zin(sdeel) tegenspreekt of er mee contrasteert Het is zonnig vandaag, maar de wind maakt het kil. maar - Zelfstandignaamwoord 1. bezwaar, tegenwerping ...

2024-04-20
Muiswerk Educatief

Muiswerk Educatief (2017)

maar

maar - voegwoord, bijwoord 1. geeft een tegenstelling aan ♢hij is wel aardig, maar ook een beetje gek 2. niet meer dan dat ♢hij heeft maar twee kinderen Algemene uitdrukkingen: ...

2024-04-20
Kuifje in Vlaanderen

Michel Uyen

maar

Dat is maar zinvol, als... (alleen, pas) Brussel kan maar overleven dankzij Vlaanderen. — ... meer: nog maar. Het is maar 4 km meer. Ik heb maar 12 euro meer (nog maar 4 km, nog maar 12 euro).

2024-04-20
Vlaams-Nederlands woordenboek

Peter Bakema (2003)

maar

(de, maren) nachtmerrie.- van de maar/mare bereden worden, een nachtmerrie hebben.

2024-04-20
Funerair Lexicon

H.L.Kok (2002)

Maar

Oud-Germaans voor heks; mare, nachtmerrie, angstdroom, van de maar bereden zijn. Het gevaar van de afdwalende ziel (animisme) waardoor een drachtige merrie niet de dodenwagen mocht trekken, en het voorbereiden van het onwetende dier op zijn gevaarvolle taak, waren oorzaak dat in West-Vlaanderen de boever (paardenknecht) de paarden reeds de avond te...

2024-04-20
Woordenboek vreemde woorden

A. Kolsteren en Ewoud Sanders (1994)

Maar

[Du. Maar] kratermeer.

2024-04-20
Zuid-afrikaans woordenboek

H.J. Terblanche - M.A., D. Litt

maar

dog, slegs, enkel; nogal; mare, met water gevulde krater van uitgedoofde vulkaan.

2024-04-20
Frysk Wurdboek (Friesch woordenboek)

Fa. A.J. Osinga (1952)

Maar

conj. & adv., mar.

Wil je toegang tot alle 20 resultaten?

Ja, ik word vriend van Ensie!
2024-04-20
Duits woordenboek (DU-NL)

Dr. H. W. J. Kroes (1951)

Maar

kratermeer (Eifel).