Wat is de betekenis van MAANZIEK?

2024-04-25
Nederlandstalige WikiWoordenboek

Wiktionary (2019)

maanziek

maanziek - Bijvoeglijk naamwoord 1. (medisch) lijdend aan de -nu niet meer erkende- maanziekte Men gaf maanzieke mensen wel knolselderij te eten. Woordherkomst samenstelling van maan en ziek

2024-04-25
Katholicisme encyclopedie

Prof. dr. J.C. Groot (1955)

MAANZIEK

is de naam voor een ziekte, die men met de maan en haar phasen in verband bracht en waarbij toevallen en hallucinaties tot de typische verschijnselen gerekend werden. In het N.T. spreekt Mattheüs op twee plaatsen over maanziekte: 4 : 24 en 17 : 15. In de laatste tekst duiden de verschijnselen op vallende ziekte (vgl. ook Marc. 9 : 14 vv.), waa...

2024-04-25
Woordenboek Nederlands-Turks

Mehmet Kiriş (2024)

2024-04-25
Groot woordenboek der Nederlandse taal

Van Dale Uitgevers (1950)

Maanziek

bn. (-er, -st), 1. lijdend aan maanziekte; 2. wispelturig.

2024-04-25
Verklarend handwoordenboek der Nederlandse taal

M. J. Koenen's (1937)

maanziek

1. bn.; lijdende aan een soort van zenuwziekte, die schijnt samen te hangen met de verschillende maanphasen, zich uitende o.a. in slaapwandelen, tijdelijke waanzin; 2. maanzieke, m. en v. maanzieken.

2024-04-25
Modern Woordenboek

Jozef Verschueren (1930)

maanziek

('ma:n) bn. (-er, -st) 1. lijdend aan maanziekte 2. wispelturig bij vlagen.

2024-04-25
Christelijke encyclopedie

F.W. Grosheide (1926)

Maanziek

Deze uitdrukking is tegenwoordig vrijwel in onbruik geraakt. Men verstaat er onder een lijden, dat periodisch optreedt met dezelfde tusschenruimten, als de schijngestalten der maan, of een lijden, dat optreedt b.v. als het volle maan is, dus van de maan afhankelijk is. Sedert oude tijden worden onder maanzieken verstaan lijders aan vallende ziekte...

2024-04-25
Prisma Groot Woordenboek Nederlands

Unieboek | Het Spectrum (2024)

Wil je toegang tot alle 10 resultaten?

Ja, ik word vriend van Ensie!
2024-04-25
Groot woordenboek der Nederlandsche taal

J.H. van Dale (1898)

Maanziek

Maanziek -, ...ZUCHTIG, bn. (-er, -st), lijdend aan maanziekte; hij is maanziek, hij is bij vlagen (bij de verandering der maan) waanzinnig.