maankop
(kop v/d) papawer.
Van Dale Uitgevers (1950)
I. MAANKOP (-pen), 1. m., de onbehaarde bolronde doosvrucht van verschillende papaversoorten; 2. v., de papaverplant, inz. de Papaver somniferum of zwarte heul; 3. o., het verdovend sap door insnijding uit de maankop verkregen. II. MAANKOP m. (-pen), (gew.) naam voor de gewone vink.
M. J. Koenen's (1937)
1. m.; kop, kogelronde zaaddoos of zaadhuisje der papaver; 2. v. maankoppen; de papaverplant; Lat. papaver somniferum: zwarte en witte maankoppen; 3. o.; heulsap; slaapmiddel, uit de maankop gewonnen.
Gerelateerde zoekopdrachten
Log hier in om direct te kunnen beginnen met schrijven.
Wil je dit begrip toevoegen aan je favorieten? Word dan snel vriend van Ensie en geniet van alle voordelen: