Wat is de betekenis van maandstonden?

2024-04-25
Nederlandstalige WikiWoordenboek

Wiktionary (2019)

maandstonden

maandstonden - Zelfstandignaamwoord 1. meervoud van het zelfstandig naamwoord maandstonde

2024-04-25
Dokterswoordenboek

Jannes van Everdingen en Arnoud van den Eerenbeemt (2010)

maandstonden

Zie (ook) menstruatie

2024-04-25
Woordenboek van Eufemismen

Marc de Coster (2004)

maandstonden

Zie ook emmetje*.

2024-04-25
Vreemd Nederlands

Jan Meulendijks (1993)

Maandstonden

menstruatie

2024-04-25
Eerste Medisch Systematische Ingerichte Encyclopedie

Uitgeversmaatschappij A. Manteau N.V. (1954)

Maandstonden

zie menses.

2024-04-25
Frysk Wurdboek (Friesch woordenboek)

Fa. A.J. Osinga (1952)

Maandstonden

s.pl., regels; dehebben, de saken, spullen, regels hawwe.

2024-04-25
De Kleine Winkler Prins

Winkler Prins (1949)

Maandstonden

zie Menstruatie.

2024-04-25
Encyclopedie voor Iedereen

John Kooy (1933)

Maandstonden

→ Menstruatie.

Wil je toegang tot alle 15 resultaten?

Ja, ik word vriend van Ensie!
2024-04-25
Polulaire Geneeskundige Encyclopaedie

Dr. Ch. Bles (1929)

Maandstonden

zie Menstruatie.