Wat is de betekenis van Maagdenhoning?

2024-04-25
Groot woordenboek der Nederlandse taal

Van Dale Uitgevers (1950)

Maagdenhoning

m., ongepijnde honing, die zelf zonder persing zich uit de honingraten afscheidt.

2024-04-25
Verklarend handwoordenboek der Nederlandse taal

M. J. Koenen's (1937)

maagdenhoning

m.; honigzeem, lekhonig, ongepijnde honig; zie honig.

2024-04-25
Woordenboek voor praktische kennis

Dr. L.M. Metz (1937)

Maagdenhoning

Honing, die zonder persen, verwarmen of slingeren uit de raten is gevloeid: de zuiverste honing. Maagdenhoning wordt ook wel ongepijnde honing genoemd (pijnen is inspannen, hier persen).

2024-04-25
Oosthoek Encyclopedie

Oosthoek's Uitgevers Mij. N.V (1916-1925)

maagdenhoning

m., lekhoning.